Romeins veldheer en dichter (69-26 v. Chr.), een vriend van Vergilius.
Hij bekleedde onder Augustus belangrijke posten, o.a. het stadhouderschap van Egypte, maar viel in ongenade en pleegde zelfmoord. Hiermede staat de volledige ondergang van zijn dichterlijke nalatenschap in verband. Hij bezong zijn geliefde Lycoris in elegieën in de trant van Euphorion. Het mythologische materiaal daarvoor benodigd, werd door de Griek Parthenios in een nog bewaard handboekje bijeengebracht.
Vergilius heeft Gallus zijn 10de Ecloga gewijd, maar moest het laatste gedeelte van het 4de boek der Georgica, dat een lofrede op hem bevatte, op last van Augustus omwerken. De rol, die Gallus in de Romeinse literatuur gespeeld heeft, was in de laatste decennia meermalen een onderwerp van discussie, vooral nadat Skutsch de Ciris, een op naam van Vergilius staand gedicht, aan hem heeft willen toeschrijven. Leo bestreed dit.Lit.: F. Skutsch, Aus Vergils Frühzeit (Leipzig 1901); Idem, Gallus und Vergil (Leipzig 1906). Over de elegie: P. J.
Enk, Sexti Propertii Elegiarum liber I (Leiden 1946).