is een Latijnse, in de Romeinse keizertijd opkomende, benaming, afgeleid van het Griekse ἐκλογή, eklogê (= keuze, keur, een citaat), voor een klein gedicht, vermoedelijk oorspronkelijk een uit een gedichtenverzameling uitgekozen gedicht. In de handschriften worden de 10 gedichten der Bucolica (= Herderszangen) van Vergilius Eclogae betiteld, een benaming, die oorspronkelijk met het bucolisch karakter dier gedichten in geen verband staat: Porphyrio gebruikt haar om de epoden van Horatius aan te duiden, Ausonius als titel van een aantal zijner kleine gedichten.
Maar uit de gelijkstelling van eclogae = bucolica is de gewoonte ontstaan om ook andere bucolica, nl. van Calpurnius en Nemesianus, Eclogae te noemen.