(1) landschap in de provincie Friesland, het grootste deel van de gemeenten Gaasterland en Hemelumer-Oldephaert-en- Noordwolde omvattend, en bestaande uit de uit plistocene keileem en zand opgebouwde heuvelige streek, die tot ruim 12 m boven de voormalige Zuiderzee ligt en met een drietal „kliffen” (Rode Klif, Mirnser Klif en Oudemirdumer Klif) daartegen afbreekt.
(2), gemeente in het Z.W. van Friesland, groot 7674 ha met (1950) 6695 inw. (waarvan in 1930 75 pct Prot., 21 pctR.K. en 4 pct zonder kerkelijke gezindte). De bodem bestaat grotendeels uit plistoceen zand en verder uit klei, is voor een deel met bos bedekt en verder voor landbouw en veeteelt in gebruik. Ruim 83 pct van de cultuurgrond is als wei- en hooiland in gebruik; ruim 16 pct is bouwland. Ongeveer 1/5 van de oppervlakte van de gemeente is bos.
De industrie omvat vnl. zuivelbereiding. In de gemeente liggen o.a. de volgende dorpen: Balk (1950 ca 1300 inw.), de hoofdplaats, Wijckel (ca 950 inw.; in de kerk grafmonument van Menno van Coehoorn), Oudemirdum (ca 860 inw.), Mirns-en-Bakhuizen (ca 1320 inw.), Harich (ca 700 inw.), Nijemirdum (ca 710 inw.}, Ruigahuizen (ca 400 inw.) en Sondel ( ca 470 inw.).