Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

FRONDE

betekenis & definitie

(Frans, slinger), burgeroorlog in Frankrijk tijdens de minderjarigheid van Lodewijk XIV, veroorzaakt zowel door algemene ontevredenheid over het door Richelieu versterkte koninklijke absolutisme en over de zware belastingdruk (de regering verkeerde in geldnood ten gevolge van de oorlog tegen Spanje) als door de begeerte van enkele aanzienlijken om de oppermachtige eerste minister Mazarin te verwijderen en zelf een politieke rol te spelen. De leiding van het verzet namen aanvankelijk de magistraten en ambtenbezitters, die hun privileges wilden handhaven en die aangemoedigd werden door de gelijktijdige gebeurtenissen in Engeland.

De Fronde — zo genoemd naar een lastig slingerspel van straatjongens — begon met de oppositie van het Parlement van Parijs tegen de registratie van nieuwe belastingedicten der regering (1648) en liep uit op een gewapende opstand der Parijzenaars (Jan. - Mrt 1649), opgestookt door de intrigant Paul de Retz, weldra kardinaal. Zij werden echter in bedwang gehouden door een koninklijk leger onder de prins van Condé. De eerste Fronde, of Fronde parlementaire, eindigde 11 Mrt 1649 met een compromis (vrede van Rueil). Gevaarlijker werd een tweede opstand, geleid door eerzuchtige aristocraten, en waarbij ook de oom van de koning, Gaston van Orléans, betrokken was : de Frondeprincière (1650- 1653).

Deze, die zich over bijna het gehele koninkrijk uitbreidde maar vnl. in het Z. krachtig was, was gevaarlijk vooral omdat de veldheer Condé zich aan het hoofd er van plaatste en de hulp van Spanje inriep. Tot tweemaal toe werd Mazarin gedwongen het land te verlaten. Daar de beweging echter innerlijk onenig was en de grote massa van het volk ten slotte toch meer nationaal en koningsgezind bleek, bleef de regering baas. De Fronde was het laatste verzet van de geprivilegieerde standen tegen de absolute monarchie, die versterkt uit deze groeicrisis te voorschijn trad.Lit.: M. A. Chéruel, Hist. de France pendant la minorité de Louis XIV, Hist. de France sous le ministère de Mazarin (7 dln, 1879-1883); E. Lavisse, Louis XIV, La Fr., Le Roi, Colbert (Hist. de France v.

Lavisse, dl VII 1, 1905); L. Madelin, La Fr. (1931); A. Feillet, La misère au temps de la Fr. (1868); H. Sée, Les idees politiques a l’époque de la Fr. (Rev. d’hist. mod. et contemp.

III, 1901-1902); L. Audiat, La Fr. en Saintonge (1886); Idem, La Réforme et la Fr. en Bourbonnais (1887); B. Couyba, Etudes sur la Fr. en Agenais (3 dln, 1903-1911); A. Barine, La jeunesse de la Grande Mademoiselle (1912).

Uitgebreide memoirenliteratuur.

< >