Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Fritz todt

betekenis & definitie

Duits ingenieur en politicus (Pforzheim 4 Sept. 1891-aan het Oostfront 8 Febr. 1942), studeerde te München en Karlsruhe en streed in Wereldoorlog I eerst bij de grenadiers, later bij de luchtmacht. Hij trad in Jan. 1923 toe tot de N.S.D.A.P., waar hij tot S.A.-Obergruppenführer opklom.

Hij verwierf intussen bekendheid als wegenbouwkundige. Op 5 Juli 1933 benoemde Hitler hem tot inspecteur-generaal voor de wegenbouw, in welke functie hij het bekende Reichsautobahnen-net aanlegde. Ook bouwde hij de Westwall. Voor de uitvoering hiervan werd opgericht de Organisation-Todt (O.T.), een soort arbeidsleger, op militaire leest geschoeid, dat ook gedurende Wereldoorlog II belangrijke diensten heeft bewezen voor het herstel van de verbindingen achter de fronten en voor de aanleg van versterkingen (o.a. de Atlantikwall). In de bezette gebieden werd de O.T. berucht door het veelvuldig gebruik van gevorderde arbeidskrachten. Als beloning voor het voltooien van de Westwall kreeg Todt in Oct. 1939 de rang van generaal-majoor bij de Luftwaffe. In Mrt 1940 werd hij Rijksminister van Bewapening en Munitie en in Aug. 1941 inspecteur-generaal voor water en energie. Hij kwam om bij een vliegtuigongeval.Lit.: E. Schönleben, F. T., der Mensch, der Ingenieur, der Nationalsozialist (Oldenburg 1943).

< >