(soms, naar Engels voorbeeld, Siegfriedlinie genoemd) is het verdedigingsstelsel, door de Duitsers, ondanks de in het verdrag van Versailles opgenomen verbodsbepaling, van ca 1934 af in het Rijnland geconstrueerd. Na het binnenrukken van de Duitse troepen op 7 Mrt 1936 in het Rijnland, werden 70 000 man te werk gesteld aan de ontworpen versterkingen.
De kern van het op te richten verdedigingsstelsel vormde een aantal zeer moderne forten, waarvan de voornaamste waren een bij de Zwitserse grens tegenover Belfort tot afsluiting van de Bourgondische Poort en een bij de samenkomst van Moezel en Saar tegenover de Franse werken van Thionville. Tussen deze werken en in de diepte daarachter gegroepeerd ontstond een stelsel van loopgraven met flankerende mitrailleuropstellingen, ondergrondse schuilplaatsen, hindernissen tegen en vallen voor vechtwagens, enz. Dit gehele stelsel kreeg de naam „Westwall”, waarvan de voornaamste lijn liep van de Zwitserse grens af over de westelijke uitlopers van het Zwarte Woud, de Palts, de Hunsrück, de hoogten ter weerszijden van de Moezel en over de Eifel tot in de omgeving van Aken. Aan de Frans-Duitse grens tegenover de Maginot-linie” bevond zich het sterkste gedeelte. Later werd de Westwall langs de Nederlandse grens noordwaarts verlengd tot Emmerik; hier werden vooral veldversterkingen aangelegd, waaraan nog tot in 1944 werd gewerkt.
Eind 1944 en begin 1945 is de Westwall op verschillende punten het toneel van strijd geweest. Aanvankelijk had het geallieerde opperbevel het voornemen, de Westwall geheel noordwaarts te omtrekken, doch na de mislukte doorbraak van het Engelse 2de leger in Sept. 1944 naar Arnhem werd dit plan opgegeven.
Op 8 Febr. 1945 werd door het Canadese 1ste leger, versterkt met het gros van het Engelse 2de leger — in totaal 500 000 man — uit de omgeving Nijmegen een grote aanval ingezet tegen het Reichswald. Een doorbraak werd geforceerd en de aanvallende geallieerde divisies rukten vanuit N.W. richting het Rijnland binnen. Het Amerikaanse 9de leger forceerde de Roerovergang op 23 Febr. 1945 bij Gulik (Jülich) en Linnisch en stootte daarna door in noordelijke richting. Door deze beide gecombineerde geallieerde aanvallen werden de Duitse stellingen in het noordelijk deel van de Westwall van beide richtingen uit opgerold.
Inmiddels had na de operaties in de sector Aken het Amerikaanse 1ste leger de Westwall in de omgeving van Stolberg en Eschweiler geforceerd en rukte eind Febr. 1945 over Düren op naar Keulen. Het Amerikaanse 3de leger drong in de eerste dagen van Mrt 1945 de Westwall binnen ter hoogte van Trier, welke stad op 2 Mrt in Amerikaanse handen was. De 6de Legergroep, bestaande uit het Amerikaanse 7de Leger en het Franse 1ste leger, is opgerukt tegen het zuidelijk gedeelte van de Westwall in de vallei van de Rijn. Ten gevolge van de geallieerde successen in het Rijnland en het onbeschadigd in Amerikaanse handen vallen van de Rijnbrug bij Remagen voelde de toch reeds gedemoraliseerde Duitse bezetting zich door omtrekking bedreigd, waardoor onder de geallieerde mokerslagen uit de lucht en op de grond de zuidelijke delen van de Westwall in de tweede helft van Mrt 1945 ook voor de Duitsers verloren gingen.
LUIT.-GEN. D. A. VAN HILTEN.