Zwitsers gereformeerd godgeleerde (Neuchâtel 25 Oct. 1812 29 Oct. 1900), begon zijn loopbaan als vicaris te Valangin, was van 1838-1844 Frans gouverneur van de kroonprins van Pruisen, de latere keizer Frederik III, met wie hij tot diens dood in aanraking bleef, werd toen hulpprediker in Val-de-Ruz en in 1866 predikant te Neuchâtel, tevens hoogleraar voor het N.T. aan de openbare Academie aldaar, de tegenwoordige universiteit. In 1873 koos hij de zijde van de Eglise indépendante en werd hoogleraar aan de door deze opgerichte vrije faculteit.
Zijn wetenschappelijk werk is gematigd critisch. Zowel op het Frans-Zwitserse als op het Franse Protestantisme, doch ook in Duitsland en Nederland, heeft Godet belangrijke invloed uitgeoefend.Bibl.: Histoire de la Réformation et du refuge dans le pays de Neuchâtel (1859); Commentaire sur l’Evangile de Saint-Jean, 3 dln (1863-’65, 4de dr. 1903) ; St Luc (1871) ; Romains (1880) ; Corinthiens (1886) ; zie voorts Livre d’Or de Belles Lettres Neuchâtel.
Lit.: Ph. E. Godet, F. G. (1913).