Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 07-02-2022

Franz xaver EGGERSDORFER

betekenis & definitie

Duits paedagoog, R.K. priester (Pörndorf, Neder-Beieren, 22 Febr. 1879), studeerde te Passau en te München, waar hij later leider werd van het Pädagogisches Seminar. Eggersdorfer was in 1922 een van de oprichters van het Deutsche Institut für wissenschaftliche Pädagogik te Münster in W., dat verscheidene uitgaven verzorgt {Vierteljahrschr.f. wissensch.

Päd.; Hdb. d. Erziehungswissensch.; Lexikon d. Päd. d. Gegenwart). Eggersdorfer publiceerde tal van paedagogische artikelen en geschriftjes. Hij was professor a. d. phil.-theol. hogeschool te Passau (sedert 1911) en aan de Universiteit van Münster.

Als iste deel van het Hdb. d. Erziehungswissensch., waarvan hij mede-redacteur is, verscheen zijn meest bekende werk: Jugendbildung. Hierin geeft hij een historisch overzicht over de stromingen op het terrein der didactiek en bouwt er een synthese uit op, een nieuwe onderwijskunde, die zich bezig houdt met het leerplan, de methodiek en de vormende waarde van de leerstof. Vooral het begrip „vorming” wordt door hem omlijnd. Hij acht alzijdige vorming slechts mogelijk indien zij in levend contact staat met het rijk der natuur, der cultuur en met name dat der godsdienst en indien zij haar concentratie ontvangt vanuit een diepere levensbeschouwing en de mens in zijn diepste lagen beroert. Alle onderwijs moet opvoedend zijn en gericht op de gehele mens. Eggersdorfer wenst de onderwijskunde te scheiden van de opvoedkunde zonder haar innige samenhang te willen voorbijzien.Bibi.: Jugendbildung. Allgemeine Theorie des Schulunterrichts (1928); Das Ziel der Erziehung (1925); Weltanschauung und Erziehungswissenschaft. Rede (1922); Die Asketik der H. Franz, von Sales (1901); Der H. Augustin als Pädagoge (1907), enz.

< >