Amerikaans ethnoloog en anthropoloog (Minden, Westfalen, 9 Juli 1858 New York 21 Dec. 1942), studeerde aan verschillende Duitse Universiteiten in natuurkunde en geografie. In I883-’84 nam hij deel aan een expeditie naar Baffinsland, waarbij hij in aanraking kwam met de Eskimo’s en van toen af is zijn belangstelling ethnologisch gericht geweest.
Eerst aan het Berlijnse Museum voor Volkenkunde verbonden, deed hij in 1886 onderzoekingen in Brits-Columbië, welke zijn aandacht lange tijd vasthielden. Sinds 1888 doceerde hij aan Amerikaanse universiteiten. Boas, de grootmeester der Amerikaanse ethnologie, was in de eerste plaats „fieldworker”. Van zijn verschillende expedities onder Indianen en Eskimo’s bracht hij een enorm materiaal aan sagen, mythen en gegevens op ieder gebied der primitieve cultuur bijeen.PROF. DR H. TH. FISCHER
Bibl.: (belangrij'kste werken) Chinook texts (Washington 1894) (Buil. Smiths. Inst. Bureau of Ethnol. 20); The social organization and the secret societies of the Kwakiutl Indians (Aon. Report of the board of regents of the Smiths. Inst. 1895.
Washington, 18971 blz. 311-738); The Eskimo of Baffin Land and Hudson Bay (Buil. ofthe Amer. Mus. of Natural History. Vol. XV, New York 1901, 1907); Tsimshian Texts. (Buil. Bur. Amer.
Ethnol., Smiths. Inst. 22, Washington 1902); Anthropology (New York 1908); Handbook of American Indian languages (Washington 1911, Hamburg-N.Y. Ï933-1938) (Buil. Bureau of Ethnol., Smiths. Inst. No. 40.); The mind of primitive man (Washington 1911, 2nd ed. New York 1938); Kultur imd Rasse (Leipzig 1914, 2.
Aufl. Berlin 1922); Ethnology of the Kwakiutl (Washington 1921, 2 vols.) (35th Arm. Report of the Bureau of Amer. Ethnol., Smiths. Inst., 1913-1914); Primitive art (Oslo 1927) (Inst. for sammenlignende Kulturforskning. Serie B. No. 8); Rasse und Kultur (Jena 1932, rede); Race, language and culture (New York 1940); Changes in bodily form of descendants of immigrants (Washington 1910).