een van de grondleggers der vergelijkende taalwetenschap (Mainz 14 Sept. 1791 - Berlijn 23 Oct. 1867), bestudeerde Sanskrithandschriften, eerst te Parijs (1812-1817), daarna te Londen, en was van 1821-1864 hoogleraar te Berlijn. Hij heeft de verwantschap der Indogermaanse talen het eerst op wetenschappelijke wijze aangetoond, waarbij hij in het bijzonder aandacht besteedde aan de grammatische bouw dezer talen.
Naar zijn mening waren de grammatische vormen oorspronkelijk ontstaan door samenstelling van het grondwoord met zelfstandige elementen. Ook op het gebied van het Sanskrit heeft hij grote verdiensten gehad.Bibl.: Grammatica critica linguae Sanscritae (1832); Vergleich. Gramm. d. Sanskrit, Send, Armenischen, Griech., Late in., Litauischen, Altslavischen, Gotischen und Deutschen (1833-1852; 3de dr., 18Ö8-1871); Die keltischen Sprachen in ihrem Verhaltn. z. Sanskrit (1839); Vergleich. Accentuations- system (1854).