(z handelstalen) is de naam voor een taal, gesproken door de bonthandelaars aan de oostkust van Noord-Amerika, om zich voor de Indiaanse bevolking verstaanbaar te maken. De woordenschat bestaat uit materiaal van verschillende Indianentalen en uit Engelse en Franse woorden.
De geschiedenis van het ontstaan van deze taal vindt men in het hieronder genoemde werk van Harper.Lit.: Horatio Hale, An International Idiom, A manual of the Oregon Trade Language or Chinook Jargon (London 1890); George Gibbs, A dict. of the Chinook Jargon (Smithsonian Institute 1863); Gill John Kaye, Dict. of the Chinook jargon, 17de dr. (Metropolitan press 1933); Th. Edw. Harper, Chinook, a history and dict. of the Northwest coast trade jargon (Metropolitan Press 1935); Jacobs Melvine, Texts in Chinook jargon (Univ. of Washington 1936).