(Guinée française), deel van het Franse Rijk in West-Afrika (Frans West-Afrika of A.O.F.), ligt tussen 8½° en 11° N.Br. en 9o en 15° W.L. v. Gr. en telt op 250 875 km2 (1947) 2 130 000 inw., van wie 5427 Europeanen.
Het omvat het kustgebied tussen Portugees Guinea en de Engelse kolonie Sierra Leone en strekt zich tot ver in het binnenland uit. Van een door talrijke rivieren doorsneden lage kust, waarvoor veel kleine eilanden liggen, stijgt het land tot de hoogten van Foeta Djallon. Het is gedeeltelijk bedekt met uitgestrekte wouden, die tal van nuttige houtsoorten bevatten benevens caoutchouc leveren, terwijl de bodem ijzer en koper bevat en de bronbeken van Senegal, Gambia en Rio Grande alluviaal goud meevoeren.Van de kust af is Fr. Guinea in 3 zones te onderscheiden. Neder-Guinea (Basse Guinée), de kustzone, met een tropisch klimaat en tropische vegetatie, dat in de Kakoulima (1800 m) en de Gaugau (1050 m) zijn grootste hoogte bereikt. Midden-Guinea (Moyenne Guinée), omvattende de hoogten van Foeta Djallon, en waar de gemiddelde hoogte tussen 6 00 en 1500 m varieert en waar de bosbedekking minder dicht is. In de derde zone (Opper-Guinea of Haute Guinée) verliezen de afhellingen van de Foeta Djallon zich in uitgestrekte vlakten; in dit gebied wordt de vegetatie steeds minder.
De voornaamste voortbrengselen zijn rijst, palmvruchten, bananen, rubber, koffie, gom, ananas, palmolie, aardnoten en gierst. De koffie wordt in de bosdistricten gekweekt. Foeta Djallon heeft een zeer grote veestapel; gedurende de oorlogsjaren werd zeer veel vee uitgevoerd. In 1947 telde men 480 000 stuks vee, 227 500 schapen en geiten, 1100 paarden, 1150 ezels en 1800 varkens. De hoofdstad Conakry (1947 33 905 inw. ) op het eiland Tumba heeft een proeftuin voor tropische gewassen (in het naburige Camayenne). Andere belangrijke nederzettingen zijn Kankan, Kindia, Mamoe, Koeroessa, Singuini, Labé en Boké. In 1947 werd naar waarde voor 985 163 000 frs C.F.A. en naar hoeveelheid voor 43 032 ton ingevoerd. Aan textiel werd voor 369 381 000 frs (1400 ton), aan dranken voor 60 276 000 frs (1875 ton) en aan metaalwaren voor 118 514 000 frs (2579 t.) ingevoerd. De uitvoer bedroeg 50 514 ton met een waarde van 846 974 000 frs. De voornaamste geëxporteerde goederen waren: bananen (26 545 ton, waarde 367 558 000 frs), gedroogde bananen (527 ton en 25 464 000 frs),palmpitten (12 192 ton en 112 608 000 frs) en honing (4371 ton en 159 670 000 frs). In 1947 werd de haven van Conakry door 1368 schepen (479 408 ton inhoud) aangedaan. Het spoorwegnet heeft een lengte van 540 km, het wegennet een lengte van 8600 km. Door middel van zeekabel en draadloze staat Frans Guinea met het moederland in verbinding. Telefoon en telegraaf verbinden de voornaamste plaatsen met elkaar. Er zijn 105 scholen voor l.o. met ruim 12 000 leerlingen en 9 scholen voor voortgezet onderwijs (389 leerlingen). Frans Guinea wordt door 2 afgevaardigden in de Assembleé Nationale en de Raad van de Franse Republiek en door 3 afgevaardigden in de Assemblée van de Franse Unie vertegenwoordigd.
H. A. BOMER
Lit.: Ch. Hanin. Occident noir (1947); G. Spitz, I’ Ouest Afr. Franç. (1948).