baron d’ (Moulins 1756-Parijs 1821), tijdens de inlijving bij Frankrijk (1810-1813) intendant van binnenlandse zaken, eerder prefect van het département du Gard (Fr.), was een bekwaam en humaan bewindsman en leider van de departementale prefecten. Hij verstond het, met de Nederlanders om te gaan, had een open oog voor het vele goede, dat hij hier aantrof en maakte door de Nederlandse departementen, met inbegrip van Oost-Friesland, een drietal inspectiereizen.
Zijn notities, verenigd met door de prefecten geleverde gegevens, werden verwerkt tot een uitvoerig rapport Aperçu sur la Hollande, voltooid in 1813, Het omvat een groot aantal gegevens van sociaaleconomische aard, welke belangrijk zijn voor de kennis van land en volk tijdens de inlijving. Het aperçu werd in 1900 door het Centraal Bureau voor de statistiek te ’s-Gravenhage gedeeltelijk uitgegeven. Ook in H. T. Colenbrander’s Gedenkstukken, dl VI, 2, zijn enkele fragmenten opgenomen.Lit.: H. T. Colenbrander, Inlijving en opstand (Amsterdam 1913, pag. 56-59).
