Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

FOEDJI-JAMA

betekenis & definitie

(of Foedji-no-jama, ook Foedji, Foedjisan enz. geheten), de hoogste berg van Japan, is een uitgedoofde vulkaan op het Japanse eiland Hondo, waar hij op de achtergrond van de Baai van Tôkyô, volgens de overlevering, in 286 v. Chr. plotseling is ontstaan en zich ter hoogte van ca 3745 m verheft.

Sedert 1707 bleef deze vulkaan in rust. De top is een gewijde, druk bezochte bedevaartplaats. Langs trappen daalt men af in de krater, waar zich onderscheiden tempels en kapellen verheffen. Deze vulkaan is in het midden van de zomer vrij van sneeuw met uitzondering van enkele plekken nabij de top. De hellingen zijn met bos begroeid, maar de top is kaal. Volgens Robinson is de omtrek van de krater 2,6 km en de diepte 152 m. De 30 en meer aspecten van deze heiligste berg van Japan leveren een zeer vaak voorkomend onderwerp voor de beroemde Japanse kleurhoutsneden (oekijoje) van de 18de en 19de eeuw.Lit.: Devaranne, Rund um den Fuji, Streifzüge durch Japans Frömmigkeit (1927); H. Degenhausen, Die Bezwingung des Fuschiyama (Argentinisches Wochenblatt, 1927); R. Etienne, Dans les alpes japonaises et au Fujiyama (1929); O. Boljahn, Fuji no yama Besteigung (Die Katholische Welt, 41ste jg., 1929).

< >