is een gemeente in Henegouwen, op zacht golvende leembodem (1507 ha). Er wordt steenkool, ijzererts, bariumsulfaat en zand ontgonnen; de gemeente is een belangrijk landbouwcentrum; verder is er voeding-, metaal-, leder- en kledingindustrie en is Fleurus een voornaam spoorwegenknooppunt.
Inw. (1948): 6949. In 868 bezat de abdij van Lobbes hier goederen; in 1155 kreeg Fleurus stadsrechten. Het behoorde tot het graafschap Namen. In de omgeving telt men 6 veldslagen, van Caesar tot Napoleon. De meest bekende is die van 1794, tussen Fransen en Oostenrijkers. De kerk (1588) bezit een zilveren schrijn van 1512, met de relieken van de H. Victor.Lit.: A. Theys, Hist. de la ville de F. (Couillet 1938).