Romeinse godin van de trouw, die een tempel had op het Capitool en reeds vroeg vereerd werd. Elk jaar reden de drie voornaamste flamines op een wagen naar haar heiligdom en brachten offers.
Hun rechterhand was dan omhuld met een witte doek; dit duidt op het houden van de eed van de trouw, die door geen kwaad kan worden beroerd. Fides werd vereerd als Fides publica (Staatstrouw) en haar tempel werd soms gebruikt door de senaat voor vergaderingen, waarin verdragen met buitenlandse mogendheden werden bekrachtigd. Op munten staat wel haar beeltenis, soms ook als symbool twee ineengeslagen handen.