Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

Felix Andries VENING MEINESZ

betekenis & definitie

Nederlands natuurkundige (’s-Gravenhage 30 Juli 1887), werd, na studie te Delft, Potsdam en Utrecht, in 1910 ingenieur van de Rijkscommissie voor graadmeting en waterpassing, in het bijzonder voor zwaartekrachtsonderzoek, waartoe hij in 1920 een nieuwe methode op zee invoerde en met verschillende onderzeeboten (K II, K XI, K XIII en K XVIII) onderzoekingen uitvoerde. In 1927 werd hij hoogleraar in geodesie te Utrecht.

Van I945 tot 1950 was hij hoofddirecteur van het K.N.M.I. in De Bilt.Bibl.: Bijdragen tot de theorie der slinger waarnemingen, diss. (1915); Observations de pendule dans les Pays-Bas, 1913-1921 (Delft 1923); Theory and Practice of Pendulum Observations at Sea, 1928, 2 dln (Delft 1929-41); Gravity Expeditions at Sea, 1923-1933; 4 dln (Delft 1932-48); Relevé gravimétrique maritime de l’Archipel Indien (Delft 1931); Evenwichtsstoringen in de aarde, rede (Delft 1939); Kort overzicht der kartografie (Groningen 1941) J Nieuwe formules voor schietloodafwijkingssystemen en het theorema van Laplace (Amsterdam 1944, Versl. Ned. Akad. v. Wet., afd. Natuurkunde LIII, 4); Convection-Currents in the Earth and the Origin of the Continents (Amsterdam 1952, Proc. Kon.

Ned. Acad. v. Wet. B. 55, no 5).

< >