kleine marktstad in het graafschap Gloucestershire, Groot-Brittannië, aantal inwoners 1347, aan de rivier de Coln, tot 1487 behorend tot het grondbezit van de graven van Warwick, waarna het aan de kroon verviel. Ca 1490 begon hier een nieuwe landheer de bouw van de kerk, de St Mary the Virgin, op de plaats van de oude.
Aan dit gebouw in Tudorstijl en in het bijzonder aan het complete stel van 28 gebrandschilderde ramen, een van de mooiste en best bewaarde in geheel Groot-Brittannië, dankt Fairford zijn bekendheid. De ramen zijn vooral met een didactisch doel ontworpen, pas in de tweede plaats is hun functie aesthetisch bedoeld, ofschoon het resultaat van hoge kunstzinnige waarde is. Bepaalde gedeelten zijn geïdentificeerd met passages uit 15de eeuwse blokboeken, die eveneens de Bijbel in beeld brachten voor ongeletterden. Ofschoon dit niet met zekerheid vaststaat, wordt aangenomen dat het werk is van de Londense school, die, onder bescherming van Hendrik VII, terzelfder tijd werkzaam was aan diens kapel te Westminster en aan die van King’s Coll., Cambridge. Vergelijking toont aan, dat men van dezelfde kartons gebruik gemaakt moet hebben. De vele Vlaamse trekjes in het glas te Fairford kunnen worden verklaard door de aanwezigheid van Vlaamse gezellen in de Londense school. De afgebeelde verhalen uit het O. en N.T., die te zamen het Christelijk geloof en zijn verdedigers uitbeelden, zijn, overeenkomstig de stijl van de 16de eeuw, in warme kleuren weergegeven, waarbij rood en blauw overheersen. Architectuur en kleding wijzen op inspiratie uit het dagelijks leven, terwijl de landschappen ontleend zijn aan de omstreken.AR. SCHIPPERS
Lit.: Oscar G. Farmer: Fairford Church and its Stained Glass Windows, Bath (1938); Ar. Schippers, in Algemene Kunstgeschiedenis, o.r.v. prof. Fr. W. S. van Thienen, dl IV, blz. 188 (Utrecht 1949)-