parlementsborough, bisschopszetel en hoofdstad van het Engelse graafschap Devon, ligt aan de bevaarbare Ex of Exe, 15 km van de mond. De stad ligt hoog, was voorheen een sterke vesting en telt (1948) 75 580 inw.
Nog steeds is zij door muren omgeven. Men heeft er een groot dok (vloedhaven), dat door een in 1564 aangelegd scheepvaartkanaal met de benedenloop van de Ex is verbonden. De stad, die in de 16de eeuw een centrum was van wollen-stoffenindustrie (serges), met overzeese uitvoer tot in de Levant en die in de 18de eeuw na Leeds de belangrijkste handelsplaats voor deze producten was, is thans een stille plaats met vnl. papier-, zeep- en meelfabrieken, vervaardiging van landbouwwerktuigen, bierbrouwerijen en kunstnijverheid.Exeter, het Isca Dumnoniorum van de Romeinen, en het Eaxanceaster van de Angelsaksen, is van oudsher een steunpunt in de landsverdediging geweest. Willem de Veroveraar bouwde er het hoogelegen kasteel. De H. Bonifacius (680-755), bekend door zijn zending in Nederland en Duitsland, werd nabij Exeter geb. en ontving in deze stad zijn opleiding. In 1050 werd de zetel van het bisdom Cornwall en Devonshire van Crediton naar Exeter verplaatst; sedert 1838 zijn de Scilly-eilanden hierbij opgenomen; in 1876 werd te Truro een afzonderlijke bisschopszetel voor Cornwall hersteld.
De kathedraal is een fraai voorbeeld van de rijpere Gothiek (Decorated), mèt de kapittelzaal het enige overblijfsel van het Benedictijner klooster, gewijd aan St Mary en St Peter. Van de oudste bouw ter plaatse (voor 1066) zijn slechts enkele, onbelangrijke resten in rode zandsteen bewaard gebleven. Van de tweede bouw (voltooid ca 1150) getuigen alleen nog de beide Romaanse torens op de transepten, wegens hun plaatsing enig in hun soort. De derde en uiteindelijke bouw werd begonnen met de onderbouw van de kapittelzaal, tussen 1224 en 1245 (eerst in 1420 voltooid), in Vroeggothische stijl, evenals de O.L.V.-kapel en die van St Andreas, St Johannes de Evangelist, St Jacobus en St Gabriel. In 1285 werden de Romaanse bogen in de transepten vervangen door spitsbogen. Koor: 1280-1307 (Decorated). Schip: begonnen in 1327 (Decorated) aan de O.-zijde; de W.-zijde werd in 1346 bereikt; de pestepidemie (Black Death, 1349) vertraagde het af bouwen; 1353 werk hervat: de Romaanse muren werden verhoogd en van Gothische bogen voorzien. Ramen van het schip beglaasd 1420-1456. Westfagade met beeldengalerijen (Perpendicular sterk gerestaureerd): 1370-1395. Het N.-portaal van het schip is uit ca 1413. Het fraaie koorhek Roodscreen (1307-1326) diende niet voor het bevestigen van het kruisbeeld (Holy Rood), doch als preekstoel voor het lezen van O. en N.T. In de Noord-arcade van het schip wordt een travee gevuld door een „Minstrels’ Gallery”. Het ,,flamboyant”-gewelf loopt van O. naar W. in een lijn door. Franse invloed van koor en schip veroorzaakt een krachtig en toch rustig effect.
De stad en de kathedraal hebben ernstig te lijden gehad van bombardementen in Wereldoorlog II.
Andere belangrijke gebouwen te Exeter zijn: de Guildhall (1464), een goed voorbeeld van Middeleeuwse wereldlijke architectuur (gevel uit de tijd van koningin Elizabeth; fraaie Renaissancelambrizering in de Raadzaal); Wynard’s Hospital, Magdalen street, gesticht in 1430, een hofje voor oude lieden, met een Tudor-binnenplaats en -gevels (de kapel is sterk gerestaureerd); en St Nicholas’ Priory, resten van een klooster, thans museum.
AR. SCHIPPERS
Lit.: J. Hooker, Descr. of the city of E. (1919); R. J. E. Boggis, Hist, of the diocese of E. (1922); W. G. Hoskins, Industry, trade and people in E. 1688-1800 (1935); S. H. Heath, E. (1939)> Francis Bond, Gothic Architecture in England (1912); Idem, Introduction English Church Architecture, 2 din (1913); Sir Bannister Fletcher, A History of Architecture on the Comparative Method, 14de dr. (1948); Harry Batsford and Charles Fry, English cathedrals, 6de dr. (1944-’45); A. H. Gardner, An Outline of English Architecture (1945); H. E. Bishop and E. K. Prideaux, The building of the cathedr.church of St Peter in E. (1922); W. H. Fairbanks, E. cathedral (1928); A. H. Thompson, The story of E. cathedral (1933).