(Fr., afgeleid van Prov.: ester, staan) noemt men in de geologie een complex van aardlagen van de 4de orde. Een aantal etages brengt men samen tot een complex van de 3de orde, een serie, een aantal series weer tot een complex van de 2de orde, een formatie, en een aantal formaties tot een complex van de 1ste orde, een groep. Zo spreekt men van de mesozoische groep van aardlagen, die onderverdeeld wordt in de triadische, jurassische en cretaceïsche formaties.
De jurassische formatie wordt onderverdeeld in 3 series van aardlagen: lias, dogger en malm. Deze serie wordt in Zwaben bijv. onderverdeeld in 6 etages, die men daar met de Griekse letters α - ζ aanduidt. Ten slotte kan men een etage nog onderscheiden in zones. Een zone is meestal gekarakteriseerd door een bepaald gidsfossiel. Naast deze stratigrafische indeling staat een tijdsindeling. De mesozoische groep van aardlagen werd gevormd tijdens een era of hoofdtijdvak, die men het Mesozoïcum noemt. De drie formaties, waarin de mesozoische groep verdeeld wordt, werden afgezet in drie perioden, die men, van oud naar jong: Trias, Jura en Krijt noemt. De 3 series van de jurassische formatie werden gevormd in 3 tijdvakken, die men, wederom van oud naar jong, Lias, Dogger en Malm noemt. Het tijdsbestek ten slotte, gedurende hetwelk zich een etage vormde, pleegt men een tijd te noemen. Men spreekt in Zwaben dus van de β-tijd.