Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Erik johan stagnelius

betekenis & definitie

Zweeds dichter (Öland 14 Oct. 1793 - Stockholm 3 Apr. 1823), studeerde rechten in Lund en Uppsala. Daarna werd hij ambtenaar en leefde zeer teruggetrokken in Stockholm.

Sedert 1814 leed hij aan een hartkwaal, die hem het leven zeer moeilijk maakte. Steeds meer nam hij zijn toevlucht tot alkohol en opium.Hij schreef eerst enige gedichten in i8de-eeuwse stijl, twee epische gedichten met oude Noorse stof en de drama’s Sigurd Ring (1817) en Wisbur (1818). Toen hij zich zijn toestand bewust werd. geschiedde er ook een ommekeer in zijn zieleleven. Hij werd een religieuze asceet, die zich afwendde van al het aardse. Dit is te zien in Wladimir den Store (1817), een in hexameters geschreven bekeringsverhaal uit de Russische Middeleeuwen. In deze tijd kwam hij sterk onder invloed van Schelling’s filosofie en in Liljor i Sarorc (1821, hierin ook het treurspel Martyrerna) geeft hij, in een voor oningewijden moeilijk te begrijpen terminologie, uiting aan zijn overtuiging. De mensenziel, een van de hoogste engelen, wordt door de aardse schoonheid gelokt en wordt de gevangene van de aardevorst. die zich in de mensenziel openbaart in egoïstische begeerte. De mens smacht naar verzoening en door middel van godsdienst en kunst komt hij God nader.

Bibl.: Stagnelius Samlade Skrifter (uitg. d. Fredr. Böök 1911-1919).

Lit.: A. Nilsson, Svensk romantik (1916); F. Böök, E. J. S. (1919); G. Cederblad, S. (Uppsala 1924).

< >