Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

ERATOSTHENES

betekenis & definitie

Grieks geleerde (Cyrene ca 273 - Alexandrië ca 192 v. Chr.), leerling van Callimachus*, kwam ca 244 op uitnodiging van Ptolemaeus Euergetes uit Athene in Egypte om diens zoon Philopator op te voeden, en werd in 235 bibliothecaris van het Museum te Alexandrië.

Daar heeft hij de helling van de ecliptica bepaald op 23° 57' 15" en een lijst van 675 vaste sterren vervaardigd, die echter niet meer bestaat. Hij bepaalde de omtrek van de aarde door meting van het breedteverschil en de afstand van Syene en Meroe; op wiskundig gebied gaf hij een methode aan ter bepaling van de priemgetallen (zeef van E.) en een instrument ter oplossing van het Delisch probleem (mesolabon). Hij schreef over aardrijkskunde in zijn Geographica, was de grondlegger van de Griekse chronologie, schreef filosofische en filologische verhandelingen (eerste voorkomen van de titel philologos) en astronomische gedichten. In een niet bewaarde dialoog Platonikos behandelde hij de wiskunde in verband met de filosofie van Plato (bron voor Theoon van Smyrna en Eutokios). Van de meeste van zijn geschriften zijn slechts fragmenten bewaard gebleven, uitgegeven door Bernhardy (Eratosthenica, 1822), Hiller (Eratosthenis carminum reliquiae, 1872) en Powell (Collectanea Alexandrina, 1925). Een van de bekendste kraters op de maan is naar hem genoemd. Zijn bijnaam Bèta drukt waarschijnlijk uit, dat hij op geen enkel gebied tot de allereersten behoort.Lit.: Die geogr. Fragmente des E. neu ges., geordn. u. bespro-chen von H. Berger (Leipzig 1880); A. Thalamas, La géographie d’E., diss. Paris (1922) (m. bibl.); E. Guerkoff, Die Katasterismen des E., diss. Würzburg (1931); G. A. Keiler, E. und die alexandrinische Stemdichtung, diss. Zürich (1946); B. L. van der Waerden, Ontwakende wetenschap (Groningen 1950).

< >