Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

ANTHOLOGIE

betekenis & definitie

(Grieks), Lat. florilegium, d.i. bloemlezing, verzameling van gedichten of proza of van beide, in de Griekse literatuur in het bijzonder van epigrammen (kleine gedichten als grafschriften, opschriften van wijgeschenken en puntdichten). De eerste verzameling is door Meleagros (± 60 v.

Chr.) samengesteld en bevat 48 dichters, o.a. Archilochos, Alcaeus, Anakreon, Simonides, Sappho, doch merendeels uit de Hellenistische tijd (ook eigen gedichten). Na hem (± 40 n. Chr.) gaf Philippus uit Thessalonike een bloemlezing, gerangschikt naar de beginletters, voorts Straton uit Sardes en Diogenianos uit Heraklea (beiden uit de tijd van Hadrianus); de laatste sprak het eerst van een Anthologion epigrammaton. In de Byzantijnse tijd ontstonden nieuwe verzamelingen, aangevuld met nieuwe gedichten: gerangschikt naar onderwerpen door Agathias en vooral Konstantinos Kephalas (1ste helft der 10de eeuw n. Chr.). In de 14de eeuw gaf een monnik Maximus Planudes een anthologie in 7 boeken.

Deze zgn. Anthologia Planudea is tot in de 17de eeuw de enig bekende, door Hugo de Groot in het Latijn vertaald. In 1606 ontdekte Salmasius in de Palatijnse bibliotheek te Heidelberg een handschrift van de anthologie van Konstantinos. Deze zgn. Anthologia Palatina werd o.a. uitgegeven door F. Jacobs (Anthologia graeca ad fidem codicis olim Palatini edita, Leipzig 1813-1817) en (vermeerderd met van elders afkomstige epigrammen) door Dübner en Cougny, Parijs 1864-1890 (3 dln); voorts met Engelse vertaling door Paton, Londen en New York 1916-1918, en latere herdr. (5 dln).Naar het voorbeeld der Griekse is er ook een Anthologia latina samengesteld door Jos. Scaliger (1573), P. Burman (1759-1773) en Buecheler-Lommatzsch-Riese (Leipzig 1894 en later).

< >