bij de Grieken een lied van wisselende inhoud (ethiek, godsdienst, politiek, erotiek, gezelligheid enz.), dat bij het drinkgelag door een afzonderlijke deelnemer hieraan gezongen werd; men hield bij het zingen een myrtetak in de hand, die men aan zijn opvolger overgaf. Sommige dezer liederen zijn eenvoudig en anonym; andere van kunstiger samenstelling werden door grote dichters als Pindarus vervaardigd.
Uitgave der anonyme skolia in de Anthologia lyrica graeca van Diehl, II (2de dr. 1942), 6, blz. 16 vlgg.