Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

ENGADIN

betekenis & definitie

(Rhaetisch: Engiadina) hoogdal in het Zwitserse kanton Graubünden, strekt zich van de Malojapas (1817 m) N.O.-waarts uit over een lengte van 94 km tot Martinsbrück (Martina 1037 m) aan de grens van Tirol. De Inn, die bij Maloja begint op 2480 m in de Lunghinosee, doorstroomt dit dal en heeft er de naam (Enco d’Oen) aan gegeven.

Links wordt het dal begrensd door de hoofdketen der Noordrhaetische Alpen, rechts verheffen zich de Zuidrhaetische Alpen. De hellingen van het Engadin zijn tot ca 2300 m hoogte zwaar bebost. Engadin bestaat uit twee door de kloof Zernez-Süs verbonden lengtedalen en talrijke zijdalen. Het heeft een oppervlakte van 1730 km2, en telt (1941) 14200 inw. Een uitmuntende weg over de Juliër verbindt het dal met de overige kantons, een andere fraaie weg over de Maloja door het Bergell met Chiavenna en de Italiaanse meren. Nog een andere weg loopt van Pontresina over een bergpas der Berninaketen naar Poschiavo en Valtellina (Veltlin). St Moritz en Samaden zijn van het N. te bereiken door de Albulaspoorweg, van het Z. door de Berninaspoorweg. Het bezoek van vreemdelingen is wegens de mooie natuur en het gezonde klimaat, alsmede wegens de geneeskrachtige bronnen van St Moritz, zeer groot. Engadin, verdeeld in Bovenen Beneden-Engadin, is (uitgezonderd het R.K. Duitse taaleilandje Tarasp) overwegend Prot., echter wordt onder invloed van het opdringend Duits (uit Tirol) het R.K. element snel sterker.Lit.: M. Gaviezel, Das Oberengadin (15de dr. 1925); H. Schmid, Bündnerfahrten (1928). Das goldene Buch vom E. Hrsg. v. W. Amstutz (3de dr. 1938); M. Wolgensinger u. H. Hiltbrunner, Terra ladina . . . die Schönheitdes E. (1944); W. Kern, Graubünden (1944); F. Pieth, Bündner Gesch. (1945).

< >