is de meer bekende (Duitse) naam van het Italiaanse Val Bregaglia, een dal in het Zwitserse kanton Graubünden en in de Italiaanse provincie Sondrio. Het dal is van de Malojapas (1815 m) tot Ghiavenna (317 m) 25 km lang.
Het ontvangt zijn water van de woeste Meira, Maira of Mera, die in het Lago di Mezzola uitmondt. Het bovenste gedeelte van het dal vormt met zijn weiden en naaldbossen een echt Alpenlandschap; het benedenste gedeelte, door de Portarotsen (een weinig boven Promontogno) scherp begrensd, heeft met zijn wijngaarden, kastanjewouden en maïsvelden een meer Italiaans karakter. In het N. wordt het dal door de Oberhalbsteiner-Alpen (Pizzo della Duana, 3131 m, Pizzo Stella 3162 m) en in het Z. door het westelijk gedeelte van de Bernina-Alpen (Gima di Castello 3381 m, Piz Badile 3311 m) begrensd. In het Zwitserse gedeelte van het aan natuurschoon zo rijke dal vindt men de dorpen Gasaccia (het hoogst gelegen dorp (1460 m) in dit dal), Vicosoprano, Stampa, Bondo, Soglio en Gastasegna (grensstation). Zij zijn grotendeels uit steen gebouwd en tellen samen een paar duizend, grotendeels Protestantse inwoners. Deze spreken de Italiaanse taal en houden zich vooral met akkerbouw en veeteelt bezig.
De bevolking is in het algemeen zeer welvarend. Het Italiaanse deel van Castasegna tot Ghiavenna is vruchtbaarder, maar minder goed bebouwd; de dorpen zijn arm. Interessant in dit gedeelte is aan de linkeroever der Meira de bergstorting van de Monte-Gonto, die met een kastanjewoud begroeid is. Door deze bergstorting werden op 4 Sept. 1618 de dorpen Plurs (4 km ten O. van Ghiavenna) en Schilano, met 2500 inw., bedolven. Bij Ghiavenna sluit zich de postweg van Maloja, die het Bergelldal met het Ober-Engadin verbindt, bij de Splügenpas aan.Lit.: E. Lechner, Das Tal der Maira (1903); G. A. Stampa, Der Dialekt des B. Diss. Bern (1934).