Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

EMMELOORD

betekenis & definitie

voorheen een dorp op het voormalige eiland Schokland, dat in 1858 nog 650 inw. telde, doch in genoemd jaar werd verlaten. De kerk van Emmeloord behoorde aanvankelijk aan het klooster van St Odulphus bij Stavoren, later kwam de parochie onder de bisschop van Utrecht.

In 1660 kwam Emmeloord aan Amsterdam. De bevolking was in hoofdzaak R.K. (1840: 415 R.K. en 11 Prot.) en hield zich bezig met visserij en vrachtvervoer. In de eerste helft van de igde eeuw was er een tijdlang een katoenweverij gevestigd.Thans is Emmeloord de naam van de in de N.O. IJselmeerpolder gestichte plaats, welke het economisch en administratieve middelpunt van deze polder moet worden. Het nieuwe Emmeloord telde in 1949 reeds ruim 2000 inwoners.

Lit.: H. J. Moerman en A. J. Reyers, Het eiland Schokland. Tijdschr. Kon. Ned. Aardr. Gen. (1925).

< >