Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

RAYON

betekenis & definitie

(Kunstzijde),

GESCHIEDENIS

Over het algemeen verstaat men onder rayon kunstmatige vezels, vervaardigd uit cellulose of een cellulose-derivaat. Reeds R. Hooke (1655) en Réaumur (1734) hebben zich met het probleem bezig gehouden, op welke wijze kunstmatige vezels zouden kunnen worden bereid. Zij zochten de oplossing in een proces, analoog aan de vorming van natuurzijde door stolling van het vocht uit de spinklier van zijderupsen. De chemische wetenschap moest echter nog aanzienlijke vorderingen maken, alvorens dit principe kon worden gerealiseerd.

In 1845 slaagde Schönbein er in cellulosenitraat te bereiden. Ongeveer gelijktijdig (in 1883/1884) gelukte het Swan in Engeland en Chardonnet in Frankrijk, uit deze gevaarlijke stof draden te vormen, waarna de nitrocellulose werd geregenereerd, d.w.z. door bepaalde chemische stoffen weer werd omgezet in cellulose, een minder brandbaar product. Reeds in 1889 draaide de eerste kunstzijdefabriek te Besançon. Doordat men tegenwoordig betere methoden voor het vervaardigen van rayon bezit, wordt dit proces niet meer toegepast.

In 1857 constateerde Schweizer de oplosbaarheid van cellulose in koperoxydammoniak. Hierop berust de fabricage van de koper- of cuoxamzijde, welke plaats heeft door het oplossen van cellulose in koperoxydammoniak (cuoxam) en regeneratie van de cellulose in een zuurbad. In 1891 werd de eerste koperzijde gemaakt en dit procédé wordt tot op heden nog steeds toegepast, o.a. door de bekende Bemberg-fabrieken.

Terzelfder tijd ontdekten Cross en Bevan de reactie van cellulose, welke te voren met natronloog was behandeld, met zwavelkoolstof. Het product, dat hierbij ontstaat, „xanthogenaat” geheten, is oplosbaar in loog; deze vloeistof wordt viscose genoemd en vormt, wanneer zij door zeer fijne openingen uitgespoten wordt in een zuurbad, cellulosedraadjes. De productie van deze zgn. viscoserayon (viscosezijde) heeft een enorme vlucht genomen en bedraagt thans ca 10 pct van de wereldproductie van textielvezels.

Iets later dan de viscoserayon werd de acetaatrayon uitgevonden, welke wordt vervaardigd door het verspuiten van geacetyleerde cellulose, opgelost in aceton, doch eerst na 1919 is de productie hiervan belangrijk geworden door verbetering van de bereidingswijze, nl. het verticaal omlaag verspuiten in een met hete lucht gevulde ruimte.

Oorspronkelijk werd kunstzijde als een vervanging voor de dure natuurzijde beschouwd, doch omdat enerzijds de kwaliteit van de rayon zeer sterk is verbeterd en anderzijds het aantal toepassingen aanzienlijk is toegenomen (o.a. voor cord voor autobanden), is er thans alle reden, rayon als een aparte vezelsoort te beschouwen met eigen merites en met een eigen afzetgebied. Enkele minder gunstige eigenschappen, bijv. de lage sterkte in natte toestand, de te hoge glans en de kreukbaarheid zijn in de loop der jaren sterk verbeterd of goeddeels weggenomen. Zo kan door mattering (toevoeging van een pigment aan de viscose, meestal titaandioxyde (TiO2) de glans worden verminderd, terwijl door impregneren met kunstharsen de weefsels kreukherstellend worden gemaakt. Op dit terrein worden steeds meer resultaten bereikt.

In 1911 werd op initiatief van dr J. C. Hartogs de N.V. Nederlandsche Kunstzijdefabriek (Enka) te Arnhem gesticht, sinds 1929 Algemeene Kunstzijde Unie N.V. (A.K.U.) geheten. In 1919 volgde de oprichting van de N.V. Hollandsche Kunstzijde Industrie te Breda.

Beide bedrijven hebben grote belangen in het buitenland. In 1929 werd ten slotte de Nederlandse rayonproductie nog uitgebreid door de oprichting van de N.V. Kunstzijde-spinnerij Nyma te Nijmegen.

In 1929 ontstond de eerste overeenkomst van samenwerking tussen de Enka en de H.K.I., waarbij beide concerns echter hun zelfstandigheid behielden. In 1931 werd door deze concerns opgericht de N.V. Internationaal Kunstzijde Verkoopkantoor (thans N.V. Internationaal Rayon Verkoopkantoor), welke de binnen- en buitenlandse verkopen van beide concerns alsmede een deel van de verkoop van hun buitenlandse bedrijven leidt.

De betekenis en de gevolgen van de ontwikkeling van de rayonindustrie zijn nog niet te overzien. Tegenstanders voeren aan, dat in vele gevallen de gebruikseigenschappen van textielgoederen nadelig worden beïnvloed. De voorstanders menen, dat er onmiskenbare voordelen, bijv. grotere variatiemogelijkheden in uiterlijk, constructie, verfeffecten e.a. zijn aan te wijzen, naast argumenten van economische aard. Hieronder kan worden gerekend de lage prijs ten opzichte van de natuurlijke vezels, waardoor vele soorten artikelen, welke vroeger uitsluitend uit duurdere grondstoffen werden vervaardigd, onder de grote massa zijn gebracht.

Zeer belangrijk is, dat Nederland, dat zo arm is aan natuurlijke vezels, door de rayonfabricage in staat wordt gesteld, zelf grondstoffen aan de textielindustrie te verschaffen, waardoor aan deze met de aanverwante bedrijfstakken grotere kansen tot ontplooiing worden geboden.

BEREIDING

Voor de bereiding van rayon volgens de verschillende procédé’s gebruikt men als grondstof cellulose*. Voor de productie van koperzijde en acetaatrayon gaat men over het algemeen uit van de cellulose van katoenlinters. Voor de bereiding van viscoserayongaren gebruikt men cellulose uit hout, welke echter aan zeer speciale hoge eisen moet voldoen. Dientengevolge gebruikt men hiervoor meestentijds cellulose uit naaldhout, welke veelal in vellen uit Zweden wordt betrokken. Gedurende Wereldoorlog II heeft men vooral in Duitsland en in de bezette gebieden cellulose uit beukenhout gebruikt, aangezien deze niet behoefde te worden ingevoerd, doch deze voldoet ten gevolge van het hogere pentosaangehalte niet zo goed. Met het oog op de grondstoffenvoorziening in de toekomst bestudeert men de mogelijkheden cellulose voor dit doel te bereiden uit stro, Italiaans riet (arundo donax) en afvalstoffen. De cellulosevellen

(pagina mist)

< >