Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 07-02-2022

Elisabeth caroline van DORP

betekenis & definitie

(Arnhem 5 Sept. 1872 -Banjoe Biroe 6 Sept. 1945), studeerde te Leiden in de oude en nieuwe letteren (cand. Ned. letteren), vervolgens rechtswetenschappen (promotie 1903).

Van 1903-1915 was zij als advocaat gevestigd te ’s-Gravenhage, daarna wijdde zij zich geheel aan de economische wetenschap. Van igi8-’22 was zij privaatdocente in de staathuishoudkunde aan de Rijksuniversiteit te Utrecht, van 1922—’25 liberaal lid van de Tweede Kamer. In 1927 werd zij afgevaardigd naar de Internationale Economische Conferentie te Genève. Zij was lid van de Nederlandse Commissie voor intellectuele samenwerking, en nam deel aan de actie voor vrouwenkiesrecht. Haar belangrijkste werk, A simple Theory, bevat een nieuwe rentetheorie, en beoogt een algemene hervorming van de economische theorie, de renteleer van von Böhm Bawerk verwerpend. Zij was een overtuigd voorstandster van vrijhandel en vrije productie. Tijdens Wereldoorlog II vertrok zij uit het buitenland naar Java, alwaar zij in een kamp te Banjoe Biroe bij Ambarawa overleed.j. B. M. BOS

Bibl.: Schadeloosstelling bij vernietiging of onbruikbaarmaking van eigendom door het openbaar gezag, diss. (1903); A simple Theory of Capital, Wages and Profit or Loss (1937); Bekroond antwoord op Engelse prijsvraag over de vrije goudhandel (1922); Bijdragen op econ. gebied in The Economist, The Economie Journal, Weltwirtschaftliches Archiv, enz.; Brochures over werkloosheidsvraagstuk, arbeidsvraagstuk gehuwde vrouw, e.a.; Praeadviezen voor de Ver. voor Staathuishoudkunde en Statistiek over prijsstabilisatie, arbeidsbeurzen.

< >