baron, Belgisch staatsman en volkenrechtsgeleer-de (Belœil, Henegouwen, 27 Aug. 1847 17 Jan. ï933), studeerde en promoveerde te Leuven in 1869 en in 1870, werd daar advocaat en in 1872 professor in het volkenrecht. Sedert 1884 lid van de provinciale raad van Brabant, werd hij in 1892 lid van de Belgische Senaat, vervolgens vice-president.
Later was hij minister van K. en W. en werd hij minister van Staat. Hij vertegenwoordigde België op vele conferenties, o.a. op de Eerste Haagse Vredesconferentie (1899). Sinds de vestiging van het Perm. Hof van Arbitrage maakte hij daarvan deel uit; hij is president geweest van het comité van juristen, dat door de Volkenbond was belast met het uitwerken van een ontwerpstatuut voor het Perm. Hof van Int. Justitie. Ook is hij voorzitter geweest van de interparlementaire conferentie.MR L. V. LEDEBOER
Bibl.: Etudes d’art oratoire et de législation (Louvain 1889); Les offices internationaux et leur avenir (Bruxelles 1894); Essai sur l’organisation de l’arbitrage international (Bruxelles 1896; Duits: München-Leipzig 1897) ; Le droit de la paix et de la guerre (Paris 1898); Rapport à la conférence sur la convention pour le règlement pacifique des conflits internationaux (bons offices et médiation, commissions internationales d’enquête, arbitrage) (1899); La neutralité de la Belgique au point de vue historique, diplomatique, juridique et politique (Bruxelles 1902); L’Afrique nouvelle (Bruxelles 1903); Mémoire sur le fonctionnement du premier tribunal consulté au sein de la Cour Permanente de La Haye (Louvain 1903); L’avenir de l’Albanie (Louvain 1913); Le monde du droit (Bruxelles-Paris 1922); Le droit international nouveau (in: Recueil des Cours de l’Acad. de droit intem. de La Haye, dl 31; Paris 1931).
Lit.: A. de la Pradelle, Le baron D. (1847-1933) (Rev. de dr. intern., dl XII (i933)> no 3)*