is een oude naam, die „opbruisen” of „koken” betekent. Niet iedereen verstaat onder eczeem hetzelfde; dit hangt af van de opvattingen die men er over heeft.
Eczeem is een oppervlakkige ontsteking van de huid, waardoor uiterlijk zeer verschillende beelden kunnen ontstaan, zoals roodheid, verspreide of in groepen staande papels, blaasjes, pustels, al of niet met vochtafscheiding, korstvorming en schilfering. Vaak klagen de patiënten over jeuk of een brandend gevoel. Eczeem kan zich tot kleine huidgedeelten beperken, doch ook zeer uitgebreid zijn. Dikwijls worden eczemen als dermatitis (d.i. huidontsteking) aangeduid. Maar eczeem is een bijzondere vorm van huidontsteking, die bepaalde histologische kenmerken heeft en die ontstaat door verschillende van buiten of binnenuit aangrijpende prikkels, waarbij dikwijls een specifieke overgevoeligheid (allergie) van de patiënt voor bepaalde stoffen of invloeden bestaat.Men onderscheidt acute en chronische vormen van eczeem. De factoren, die te zamen eczeem doen ontstaan, kan men in inwendige en uitwendige verdelen. Tot de inwendige factoren rekent men:
a. die invloed hebben op het weerstandsvermogen van de huid. Als bijv. de buitenste huidlagen slecht zijn ontwikkeld of afwijkingen hebben in bouw of functie, dan neemt de weerstand van de huid af (gestoorde verhoorning, maceratie e.d.);
b. die de eventuele ontwikkeling van de allergie beheersen. Deze zijn merendeels onbekend. Wel weten wij, dat sommige mensen veel gemakkelijker allergisch worden dan andere.
Bij de uitwendige factoren onderscheiden wij:
a. de inwerking van stoffen, die bijna ieders huid beschadigen als zij lang genoeg en in toereikende concentratie inwerken (zgn. obligaat toxische stoffen, bijv. crotonolie);
b. inwerking van stoffen, die slechts bij bepaalde mensen, die hiervoor overgevoelig zijn, eczeem verwekken. Het aantal dezer stoffen is buitengewoon groot, maar onderling verschilt haar eczeemverwekkend (sensibiliserend) vermogen sterk.
Eczeem kan nu ontstaan door samenwerking in verschillende combinaties van de bovenvermelde factoren. Zo kan door wassen met water en zeep de weerstand der huid worden verminderd, zodat voor andere stoffen de weg wordt gebaand om haar eczematogene werking te ontvouwen.
Het zgn. contacteczeem, dat zeer veel voorkomt, kan door de meest uiteenlopende stoffen en prikkels ontstaan o.a. door primula’s, chrysanten, zuren, alkaliën, terpentijn (schilders), meelverbeteringsmiddelen (bakkerseczeem), cosmetische producten, zoals nagellak, poeder, lipstick, haarverf en door kleren (leer van hoedrand of schoenen, jarretelles, sokkenophouders enz.). Tot deze groep behoren ook de beroepseczemen. Met het bakkerseczeem als voorbeeld wordt het ontstaan hiervan nader toegelicht. Hierbij ontwikkelt zich na jarenlang contact met deeg zonder dat betrokkene ooit last van de huid heeft gehad een eczeem, meestal aan de handen en onderarmen. Met behulp van zgn. lapjesproeven met bepaalde bestanddelen van het deeg (vnl. de „meelverbeteringsmiddelen”) blijkt een overgevoeligheid voor deze stoffen aantoonbaar te zijn. Toch ontstaat dit eczeem slechts bij enkele bakkers; de meeste krijgen het nooit. Dit bewijst de betekenis van inwendige factoren (constitutie). Bakkerseczeem is een ernstige aandoening en hoewel sommige bakkers na enige tijd hun arbeid kunnen hervatten, krijgen andere bij werkhervatting weer eczeem. Deze moeten dan ander werk kiezen, hetgeen vooral bij oudere bakkers op grote moeilijkheden stuit. Bakkerseczeem valt onder de voorzieningen van de Ongevallenwet, hetgeen niet voor alle beroepseczemen geldt. Beroepseczemen komen zeer veel voor en veroorzaken veel werkverzuim.
Ook door het innemen, inspuiten of uitwendig toepassen van geneesmiddelen kunnen eczemen ontstaan o.a. door antipyrine, salvarsan, sulfapraeparaten, atebrine, kwik alsmede door voedingsmiddelen. Ook het inademen van stof kan eczeem veroorzaken.
De verhouding tussen inwendige (constitutie) en uitwendige factoren loopt bij verschillende patiënten met eczeem zeer uiteen. Een voorbeeld van een eczeem, waarbij de constitutie van groot belang is, is de zgn. dauwworm bij zuigelingen en kleine kinderen. Het begint meestal met „berg” op het hoofd en is zeer hardnekkig. Het geneest vaak spontaan omstreeks het tweede jaar. Bij enkele kinderen blijft het eczeem tot op volwassen leeftijd bestaan (neurodermitis disseminatus). Vaak gaat het gepaard met asthma.
Behandeling.
Het opsporen van de oorzaak is zeer belangrijk. Hiertoe maakt men vooral bij de contacteczemen gebruik van lapjesproeven. De lapjesproef met de schuldige stof of met verwante stoffen op de huid van de patiënt verwekt dan vaak roodheid, blaasjes e.d. Het vermijden van aanraking met die stoffen leidt vaak na kortere of langere tijd tot verbetering. De behandeling van eczemen, waarbij de constitutie de voornaamste factor is, is vaak moeilijk en zeer langdurig. Over goede middelen om de constitutie te veranderen, beschikken wij niet. Aan de plaatselijke behandeling moet bij alle eczemen en bij de laatstgenoemde in het bijzonder de grootste aandacht worden besteed. Men moet, vooral bij de acute eczemen, zo weinig mogelijk prikkelende middelen gebruiken, en water en zeep vermijden. Wanneer de huid veel vocht afscheidt geeft men liefst vochtige compressen (zonder taf). Anders geeft men pasta’s en zalven. Bij bepaalde chronische eczemen heeft Röntgenbestraling vaak een goed resultaat. Toch komt het eczeem enige maanden na zo’n bestraling nogal eens terug. Herhaalde Röntgenbestralingen kunnen echter niet onbeperkt worden gegeven wegens kans op het ontstaan van meestal ongeneeslijke Röntgenzweren of dermatitiden. De resultaten met bepaalde diëten vallen in het algemeen tegen.
DR R. KOOY
Lit.: J. R. Prakken, Ned. Tschr. v. Geneesk. jg 92, blz. 3378 (1948).