een bezitting (Bliss Estate) onder Georgetown in het federaal district Washington (V.S.), heeft vermaardheid gekregen door een van 21 Aug. tot 7 Oct. 1944 aldaar gehouden conferentie tussen vertegenwoordigers van de regeringen van de V. S., China, Groot-Brittannië en de Sovjet-Unie, alwaar voorstellen werden opgesteld voor de oprichting van een algemene internationale organisatie, die in de plaats zou moeten treden van de Volkenbond.
Deze voorstellen zouden de vier regeringen niet binden, maar overeengekomen werd, dat zij slechts de bedoeling hadden het bereiken van overeenstemming i.z. de nieuwe organisatie, die de naam „Verenigde Naties” heeft gekregen, te vergemakkelijken. Daartoe zouden de vier mogendheden een gemeenschappelijk standpunt ten aanzien van deze voorstellen innemen.De grondslag voor de nieuwe organisatie van de statenmaatschappij werd gelegd in het op 14 Aug. 1941 gepubliceerde Atlantisch Handvest (Atlantic Charter), vastgesteld door de Britse eerste minister Winston Churchill en de president van de — zich toenmaals nog niet in oorlog bevindende — V.S., F. D. Roosevelt, op een bijeenkomst aan boord van een Amerikaans oorlogsschip op de Atlantische Oceaan. Met dit Handvest beoogden de ondertekenaars bekendheid te geven aan „zekere gemeenschappelijke beginselen in de nationale politiek van hun onderscheidene landen, waarop zij hun hoop gronden voor een betere toekomst voor de wereld”. In een zitting te Londen van de Intergeallieerde Raad op 24 Sept. 1941 werd het Atlantisch Handvest door vertegenwoordigers van de andere geallieerde landen aanvaard in een resolutie, waarbij de regeringen, die haar aannamen — o.a. de Nederlandse — haar instemming betuigden met de in het Handvest neergelegde gemeenschappelijke politieke beginselen en het voornemen te kennen gaven tot de verwezenlijking daarvan naar de mate harer krachten bij te dragen.
Op een bijeenkomst te Moskou (18 tot 30 Oct. 1943) werd door de regeringen van de V.S., China, Groot-Brittannië en de Sovjet-Unie een verklaring aanvaard, waarbij o.m. de noodzakelijkheid werd erkend om zo spoedig mogelijk, voor de handhaving van internationale vrede en veiligheid, een algemene internationale organisatie in het leven te roepen, gegrond op de beginselen van de souvereine gelijkheid van alle vredelievende staten en open voor deelneming van alle zodanige staten, groot of klein. Ter voorbereiding van deze algemene organisatie vond de conferentie van Dumbarton Oaks plaats. De aldaar opgestelde voorstellen zijn nader ter sprake gekomen op een conferentie, die van 4 tot 12 Febr. 1945 door de Amerikaanse, Britse en Sovjet-regeringen, respectievelijk vertegenwoordigd door Roosevelt, Churchill en Stalin, te Yalta (in de Krim) werd gehouden. De drie regeringen bereikten daar overeenstemming omtrent een punt, waarover men het te Dumbarton Oaks niet eens had kunnen worden, nl. de uitoefening van het stemrecht in de Veiligheidsraad. Ook China verklaarde zich met het verkregen accoord, dat o.m. het befaamde veto-recht inhield, te kunnen verenigen.
De voorstellen van Dumbarton Oaks hebben op de conferentie van San Francisco van 25 Apr. tot 26 Juni 1945 tot grondslag gediend voor het statuut van de Verenigde Naties. De op die conferentie vertegenwoordigde staten (ten slotte 50 in getal) werden in de gelegenheid gesteld om wijzigingsvoorstellen op het ontwerp der Grote Vier in te dienen, van welke gelegenheid een ruim gebruik is gemaakt. In totaal heeft de conferentie ca 1200 amendementen onderzocht. Niettemin hebben de voorstellen van Dumbarton Oaks een grote invloed gehad op de inhoud van het Handvest der Verenigde Naties. Ook de Nederlandse regering heeft een aantal amendementen ingediend, nadat zij reeds in Jan. 1945 in een uitvoerige nota een aantal denkbeelden („suggestions”) betreffende de voorstellen van Dumbarton Oaks aan de Verenigde Naties had overgelegd. Hierin werd met name gewezen op de wenselijkheid, dat de nieuwe organisatie haar beslissingen zou baseren op het internationale recht, terwijl verder uitvoerig werd ingegaan op de verhouding, welke tussen de grote mogendheden en de overige in de nieuwe organisatie zou bestaan. Verscheidene van de amendementen en geopperde denkbeelden zijn inderdaad als voorschriften in het Handvest der Verenigde Naties opgenomen.
MR L. V. LEDEBOER
Lit.: C. M. Eichelberger, Proposals for the United Nations charter. What was done at Dumbarton Oaks (New York 1944); H. Kelsen, The old and the new league: the covenant and the D. O. proposals (The Am. journ. of intern. law, XXXIX, nr 1; Jan. 1945); H. Wehberg, Hist. u. grundsätzl. Betrachtungen z. Völkerbundfrage; zugleich ein Beitrag zur Struktur und Fortbildung der Empfehlungen von D. O. (Die Friedens-Warte, XLV, nrs 1-2; 1945); Nederland en D. O. (uitgegeven door het Militair Gezag 1945); J. H. W. Verzijl, De nieuwe bond der Ver. Naties (Amsterdam 1945); H. Ch. G. J. van der Mandere, De Vereenigde Volken (Leiden 1945); Mem. v. toel. bij het ontwerp v. wet houdende goedk. van het Handvest der Ver. Naties (Kamerstukken, Tweede Kamer der Staten-Generaal, Tijd. Zitting 1945).