Frans scheikundige (Alais 15 Juli 1800 - Cannes 11 Apr. 1884), hoogleraar te Parijs, was een van de voornaamste chemici uit het midden der 19de eeuw, wiens werken zeer veel tot de ontwikkeling der theoretische en practische chemie hebben bijgedragen. Bekend is o.a. zijn methode van de dampdichtheidsbepaling van gassen; de methode van Dumas voor de bepaling van stikstof in organische verbindingen (zie elementair-analyse).
Zijn geschriften over organische chemie, zijn substitutietheorie, alsmede zijn verhandelingen over atoomgewichten bezorgden hem een grote naam. Ook als staatsman heeft hij een rol vervuld.Bibl.: uitgave van zijn lessen aan de Sorbonne door Bineau: Leçons sur la philosohpie chimique (1837); Traité de chimie appliquée aux arts (8 dln, 1828-1848); met Boussingault: Essai sur la statique chimique des êtres organisés (3de dr., 1844).
Lit.: A. W. Hofmann, Zur Erinnerung an J. B. A. D. (1885); G. Doyer van Cleeff, J. B. A. Dumas (Haarlem 1887).