fils, natuurlijke zoon van (zie) Alexandre Dumas (geb. 1802) en eveneens roman- en toneelschrijver (Parijs 28 Juli 1824 - Marly 27 Nov. 1895), gaf op 17-jarige leeftijd een bundel romatische gedichten, Les péchés de jeunesse, uit. Nadat hij zijn vader op een reis naar Spanje en Afrika vergezeld had, schreef hij: Les aventures de quatre femmes et d’un perroquet (6 dln, 1846-1847), een roman, die zich door dichterlijke vindingrijkheid onderscheidde.
Nu volgde een reeks romans volgens het bekende romatische recept.Deze romans werkte hij om tot toneelstukken, waarvan La Dame aux Camélias een groot succes was. Onder invloed waarschijnlijk van zijn eigen trieste jeugdervaringen behandelde hij in zijn stukken meestal
dezelfde onderwerpen: de gevallen vrouw tegenover de hypocrisie van de burgerlijke wereld, het huwelijksgeluk bedreigd door amant of maîtresse, de heiligheid van de passie, de vergiffenis voor de gestruikelden enz. De moralistische strekking wordt nog onderstreept door lange voorberichten of aparte brochures, waarbij de schrijver helaas, vooral in zijn latere stukken, vergeet dat zijn eerste taak is het publiek te ontroeren. Daarbij komt, dat Dumas fils vaak hopeloos te kort schiet in de psychologische analyse van de karakters van zijn hoofdfiguren; dit zijn maar al te dikwijls ledepoppen, door hem gemanœuvreerd om zijn moraaltheorie te verkondigen. Voeg daarbij, dat dit theaterwerk zich richtte tot een generatie welke nu al enige geslachten achter ons ligt, dan begrijpt men dat dit toneel dood is.
DR R. WIARDA
Bibl.:
Romans: La Dame aux Camélias (1848); Le Roman d’une Femme (1849); Diane de Lys (1851); La Dame aux Perles (1849); La Vie à vingt ans (1854); La Boîte d’argent (1855).
Drama’s: La Dame aux Camélias (1852); Diane de Lys (1853); Le Demi-Monde (1855); La Question d’argent (1857); Le Fils naturel (1858); Un Père prodique (1859); L’Ami des Femmes (1864); Les Idées de Madame Aubray (1867); Une Visite de Noces (1871); La Princesse Georges (1872); La Femme de Claude (1873); eerste Zionistisch toneelstuk); L’Etrangère (1877); Francillon (1887); Théâtre complet (8 dln, 1868-1898).
Lit.: Carlos M. Noël, Les idées sociales dans le théâtre d’A. D. fils (1912); M. Th. Bonney, Les idées morales dans la théâtre d’A. D. fils (1921); E. Seillière, La Morale d’A. D. fils (1921); P. Lamy, Le théâtre d’A. D. fils (Les Presses Universitaires, 1929); O. Gheorghiu, Le théâtre de D. fils et la soc. contemp. (1931); Idem, Les Romans de D. fils (Les Presses Universitaires, 1936); Torre Linge, La Conception de l’Amour dans le drame de D. fils et d’Ibsen (1935); N. G. Arvin, A. D. fils (1939). Over La Dame aux Camélias: Johannis Gros, A. D. et Marie Duplessis (1923); H. Lyonnet, La Publication de la Dame aux Camélias de D. fils (1930); Marcelle Maurette, La Vraie Dame aux Camélias, Fille ou duchesse (1939).