père, Frans toneel- en romanschrijver (Villers-Cotteret 24 Juli 1802 Puys, bij Dieppe, 9 Dec. 1870), had tot grootvader een Frans edelman, die op San-Domingo een zwarte slavin, Louise-Césette Dumas, ontmoette, die hem een zoon, Alexandre schonk. Deze nam dienst in het leger onder de naam van zijn moeder en bracht het tot brigade-generaal, maar stierf in behoeftige omstandigheden.
Deze afkomst verklaart de zeer gebrekkige opvoeding van de zoon die eerst klerk bij een notaris werd en zich in 1823 naar Parijs begaf. Generaal Foy, een krijgsmakker van zijn vader, bezorgde hem de post van afschrijver op het secretariaat van Louis-Philippe, hertog van Orléans. Hier besteedde hij zijn vrije tijd aan dicht- en letterkundige oefeningen. In 1826 verscheen er van hem een deel novellen en hij schreef met anderen een vaudeville. Zijn eerste drama Christine de Suède gaf hem toegang tot de letterkundige salon van Nodier*. De opvoering van HenriIII et sa cour baarde groot opzien, zodat de hertog van Orléans hem tot zijn bibliothecaris benoemde.
Na de Julirevolutie klom zijn roem door zijn drama’s. De triomfantelijke opvoering van Antony, 3 Mei 1831, in de schouwburg van La Porte de SaintMartin, betekende de overwinning van het romantisme op het toneel. Na het niet minder eclatante succes van La Tour de Nesle (1832), in proza, was Dumas de onbetwiste meester van het melodrama, zowel door zijn vakkundigheid als „metteur en scène”, als door de meeslepende verve van zijn stukken. Verder schreef hij romans, novellen, mémoires, reisherinneringen, zedeschetsen enz., die meestal eerst verschenen in dagbladen en tijdschriften. Dumas is een zeer knap verteller, wat vooral uitkomt in zijn reisverhalen en in de zeer amusante, maar hoogst onbetrouwbare mémoires. Zijn romans onderscheiden zich van de andere producten uit de romantische school door de vertelkunst, maar vooral door de geweldige spanning en actie welke onwaarschijnlijkheden der gebeurtenissen bijna doen vergeten.
Zij lijden echter aan een absoluut gebrek aan karaktertekening. In 1839 had Dumas bij Gérard de Nerval kennis gemaakt met de leraar in de geschiedenis Auguste Maquet. Met deze begon nu een letterkundige samenwerking welke een roman vormde op zichzelf en die eindigde in 1856, toen Maquet Dumas een proces aandeed en mederechten opeiste van achttien romans. Een feit is, dat na deze collaboratie geen van beiden meer iets van belang als romancier heeft gepubliceerd. Nadat hij het Théâtre historique, een eigen schouwburg, had opgericht, bewerkte hij zijn beste romans tot toneelstukken, die daar werden opgevoerd. De Februari-revolutie maakte daaraan een einde en in 1852 moest hij naar België vluchten.
Zijn bohème-leven, zijn zucht naar weelde en vrouwen, waren oorzaken van een zware schuldenlast. Het (pagina mist)