Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

DUIZEND -EN -ÉÉN -NACHT

betekenis & definitie

(Arabisch Alf laila wa-laila) is de titel ener in het Mohammedaanse Oosten sedert de middeleeuwen bekende verzameling van vertellingen, anekdoten en wonderverhalen, die uit verschillende landen en tijden stammen, maar tot één geheel verenigd zijn. Zij werden door een vertaling van Galland voor het eerst in 1704 in Europa bekend gemaakt en aldaar met grote bijval ontvangen.

De rijke Oosterse fantasie bekoorde het beschaafde publiek van Europa in het begin der 18de eeuw, dat waarschijnlijk ook niet afkerig was van de zinnelijkheid, die menig verhaal kenmerkt. Het oudste gedeelte van de verhalen der Duizend-en één-nacht stamt uit Indië, hetgeen o.a. de overeenkomst met verhalen uit de Pantsjatantra en andere Indische verzamelingen bewijst. In het begin onzer jaartelling werden zij in Perzië bekend en met Perzische verhalenstoffen verrijkt. Nog later zijn zij van Perzië uit verbreid over het gehele Mohammedaanse Oosten en in Arabisch literair gewaad gestoken; een Egyptisch schrijver uit het begin der 15de eeuw noemt ze nog met de Perzische benaming Hazâr Afsâna (De duizend vertellingen). Intussen zijn ook Arabische elementen opgenomen, zowel verhalen ontleend aan het Oudarabische Bedoeïenenleven als aan het hofleven van de Mohammedaanse kaliefen in Bagdad (vooral Haroen al-Rasjîd en zijn hovelingen), terwijl ten slotte als jongste element er een aantal schelmenverhalen aan zijn toegevoegd, die duidelijk hun oorsprong in het middeleeuwse Egypte hebben.De thans bekende vorm van de Duizend-en-één-nacht stamt ook uit Egypte. Intussen is de gehele verzameling nog in de voor Indië typische vorm van een „lijstvertelling” vervat: de prinses Sjehrâzâd vertelt aan de koning Sjehrijâr iedere nacht een deel van een verhaal, waardoor de haar dreigende executie telkens wordt uitgesteld. De indeling in 1001 nachten is pas later tot stand gekomen, vermoedelijk onder Turkse invloed.

Na de uitgave van Galland (Les mille et une nuits, 12 dln, Paris 1704-1717) zijn verscheiden Europese bewerkingen verschenen (Lane, Mardrus, Weil, Burton); de nieuwste en volledigste vertaling is die van E. Littmann (6 dln, Leipzig 1928). Van de laatste Ned. bewerking o.l.v. L. Lichtveld (Alle verhalen van de Duizend-en-één-Nacht) verschenen 1947-1948 4 van de 8 delen.

Behalve de Duizend-en-één-nacht zijn in het Mohammedaanse Oosten nog andere verhalenverzamelingen bekend (Kalila en Dimna), waarvan er enkele ook door Europese bewerkingen bekend zijn geworden, zoals de Duizend-en-één-Dag en het zgn. Papegaaienboek.

Lit.: M. J. de Goeje, De Arabische Nachtvertellingen, De Gids (1886), III, 385 v.v.; A. Abel, Les Enseignements des Mille et une Nuits (Bruxelles 1939); N. Eliséef. Thèmes et motifs des Mille et une Nuits (Beyrouth 1949).

< >