Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

DUBROVNIK

betekenis & definitie

huidige naam voor de vóór 1918 (Italiaans) Ragusa geheten stad aan de Dalmatische kust in de tot de federatieve volksrepubliek Joegoslavië behorende republiek Kroatië. Zij is op een uitstekend deel van de kust schilderachtig gelegen en telt (1931) 10.076 inw. (als gemeente: 18.765).

De oude stad is door muren uit de 14de-16de eeuw omringd en bezit o.a. een Franciscaner en een Dominicaner klooster, beide uit de 14de eeuw (met fresco’s), een „rettore” paleis uit 1435 (door Michelozzo vernieuwd in 1462), een klokketoren naar het voorbeeld van de Campanile van San Marco uit 1480, een Dom uit 1671-1713 met schilderijen van Titiaan enz. De stad, die zich na Wereldoorlog I snel ontwikkelde, bezit in de haven van Gravosa (Slavisch: Gruž) op 3 km ten N.W. een goede natuurlijke haven. Aan industrie bezit de stad likeurstokerijen, zijde- en leerbewerking, zeepziederijen, olieslagerijen, draadtrekkerij en metaalbewerking. Door het zachte klimaat is het een veelbezochte badplaats met grote moderne hotels, het centrum van de Joegoslavische Rivièra. In de omgeving worden dadels, vijgen en olijven geteeld.Men neemt aan, dat de stad Ragusa (Ragusium, Rhausium) ca 615 gesticht is door vluchtelingen van Epidaurum (thans Cavtat, 15 km zuidwaarts), dat door de Avaren was verwoest. Daarna meestentijds staande onder Byzantijns gezag, erkende zij van 1205-1358 de souvereiniteit van Venetië, vervolgens van Hongarije en sinds 1526 van Turkije. Deze gezagserkenning bestond intussen slechts in het betalen van een tribuut (aan Turkije tot 1718), overigens was Ragusa een onafhankelijke aristocratisch geregeerde republiek. Als zeemogendheid bereikte zij haar grootste bloei in de 14de en 15de eeuw (de Engelse naam „argosy” voor een bepaald soort schip is nog een herinnering aan die tijd). In 1510 wilde zij zelfs ten behoeve van haar handel een kanaal graven door de landengte van Suez. Aan het hoofd stond een grote raad, de uitvoerende macht had een telkens voor één maand gekozen „rettore”, die eerst na twee jaar herkiesbaar was, de wetgevende macht berustte bij een kleine raad van 11, later van 7 leden. In de 16de eeuw was zij een cultureel centrum (het Slavisch Athene). De verplaatsing van de wereldhandel, een hevige aardbeving in 1669 en andere oorzaken maakten een eind aan deze bloeiperiode. In 1806 werd zij door de Fransen bezet, die 31 Jan. 1808 de republiek ophieven. Van 1814-1918 behoorde zij tot het koninkrijk Dalmatië als onderdeel van de Oostenrijks-Hongaarse monarchie, van 1918-1941 tot Joegoslavië (banaat Zeta). Door Italië geannexeerd in 1941, werd zij in 1943 met de kust van Dalmatië bij het koninkrijk Kroatië gevoegd, in de herfst van 1944 bevrijd en bij de republiek Kroatië ingedeeld.

Bibl.: Monumenta Ragusina 1301-’96, ed. J. Gelcich, in: Monumenta spectantia hist. Slavorum meridionalium (5 dln, Zagrabia 1976-’97); J. Gelcich et L. Thallóczy, Diplomatarium relationum reipublicae Ragusinae cum regno Hungariae 1358-1684 (Budapest 1887); L. Villari, The republic of Ragusa (London 1904, met bibliografie); L. Vojnović, Dubrovnic: jedna istorijska šetnja (3de dr., Zagreb 1922, hist. schets v. D.); B. Cvjetkovic, Dubrovačka diplomacija I (Dubrovnik 1923); J. Radonic, Acta et diplomata Ragusina I enz. (Beograd 1934 enz.); N. V. Djordjevic, Raguse, étape royale (Paris 1939); Yugoslavia, ed. by R. J. Kerner (Berkeley 1949).

< >