Frans dichter, romancier en essayist (Parijs 3 Jan. 1893 - 16 Mrt 1945), was een typisch vertegenwoordiger van de jonge generatie na Wereldoorlog I, welke, sceptisch en veroordelend staande tegenover de wereld die het vorig geslacht haar had nagelaten, moeilijk wist naar welk doel zich te oriënteren. De liquidatie van het verleden reeds in de verzenbundel Fond de Cantine (1920); fel de aanklacht in de verhalen van Plainte contre l’Inconnu (1924).
Terwijl de cynische held uit L'homme couvert de femmes (1925) het recht opeist om zich uit te leven, spreekt ’s schrijvers eigen aarzeling voor de keuze van richting tot in de titel van zijn essay Genève ou Moscou (1928). Dan, zich geheel wendend tot het fascisme, begroet hij met vreugde de komst der Duitsers in 1940, doch na de bevrijding als collaborateur in Mrt 1945 gevangengenomen, pleegt hij zelfmoord.DR R. WIARDA
Bibl.: Interrogation (1917), verzen; Etat-civil (1921), autobiografie; Le Jeune Européen (1927), essay; La Suite dans les Idéés (1927), essay; Blèche (1928); Une Femme à sa Fenêtre (1930); Le Feu follet (1931); Drôle de Voyage (1933), romans; La Comédie de Charleroi (1934), oorlogsverhalen; L’Homme à Cheval (1943), roman.
Lit.: P. Dominique, Quatre Hommes entre Vingt (Paris 1924).