een geheim genootschap onder de Chinezen op Borneo. De Chinese zeevaart naar de eilanden van de Indische Archipel bracht mede, dat reeds in de Oudheid kolonisten zich vestigden aan voor de handel geschikte kustplaatsen.
Zo hielden zij zich aan de Westkust van Borneo bezig met de ontginning van goudmijnen. Ter behartiging van gemeenschappelijke belangen werden kongsi’s gevormd; meerdere kongsi’s verenigden zich tot confederaties. Sedert het herstel van het Nederlands gezag over Borneo’s Westerafdeling werden verscheidene pogingen aangewend deze Chinezen-maatschappijen tot onderwerping te brengen. Ogenschijnlijk gelukte dit (2 Juni 1845), maar het verzet bleek niet gebroken. In het geheim intrigeerden de kongsi’s en de bevolking bleef in voortdurende vrees leven. De oorzaak werd gevonden in het bestaan van een geheim genootschap: het Drievingerenverbond (Sam-tjamfoei), dat ver in het binnenland zijn geheime bijeenkomsten hield. Na een plotselinge overval door het Nederlandse Bestuur werden de noodzakelijke gegevens gevonden om met alle gestrengheid tegen de aangesloten leden te kunnen optreden. Alle kongsi’s werden ontbonden — op één na, die zich steeds loyaal had betoond (1856). Sedertdien werd de rust niet meer verstoord.PROF. DR F. C. GERRETSON