impulsmoment, hoeveelheid draaiing, of moment van de hoeveelheid beweging noemt men in de mechanica het moment van een stoot (of hoeveelheid beweging) ten opzichte van een punt P, dat is het product van de stoot met de lengte van de loodlijn, uit P op de lijn, waarin de stoot werkt, neergelaten. Dit product wordt dan veelal als een vector opgevat, die loodrecht staat op het vlak, dat P met de bedoelde lijn verbindt en wel naar die zijde van dat vlak waaruit men een draaiing, die met de gegeven stoot zou overeenkomen, als men links draaiing ziet, dat is, in de schrijfwijze der vectoralgebra uitgedrukt: S = (r × s), als r de voerstraal van het aangrijpingspunt van de stoot en S de stoot zelf is.
Men spreekt ook van de draaistoot ten opzichte van een bepaalde as, in plaats van ten opzichte van een bepaald punt en bedoelt dan de ontbondene in de richting dier as van de totale draaistoot ten opzichte van een punt (onverschillig welk) dier as.Bij een vast lichaam, dat om een as roteert, wordt de totale draaistoot ten opzichte van die as gevonden, door de draaisnelheid te vermenigvuldigen met het traagheidsmoment ten opzichte van die as. Ten opzichte van een punt wordt de draaistoot S gevonden door een zekere affiene transformatie op de rotatievector ω toe te passen. Voor het verband tussen draaikracht en draaistoot zie draaikracht.