Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

DORPSNOVELLEN

betekenis & definitie

Als reactie tegen de romantiek was in het midden van de 19de eeuw de dorpsnovelle opgekomen, schetsen uit het volksleven in de streektaal. In Duitsland hadden Frits Reuter en Berthold Auerbach de stoot gegeven.

Hier te lande hadden de Betuwsche novellen van Cremer grote populariteit verworven en tot navolging geprikkeld. De bekendste schrijvers van dorpsnovellen zijn H. E. Beunke (Walchersche Schetsen en Vertellingen, 1875), H. Hollidee (pseud. van E. A. Rovers) met zijn Noordbrabantse Etsen naar het leven (1881), E. A. H. Seipgens (Uit Limburg, Novellen en Schetsen, 1881), P. Heering (Overijselsche Vertellingen, 1883), Thineus (pseud. van Tonnie van Duiven) met de Groningse schetsen en taferelen Ons Dorp (1890). Het genre wordt in de tegenwoordige tijd ook nog veel beoefend.Lit.: C. Busken Huet, De dorpsvertelling, in: Litt. Fant. en Krit. IX (1882); Erw. Rüd, Die deutsche Dorfgeschichte bis auf Auerbach, Diss. Tübingen (1909); Friedr. Altvater, Wesen und Form der Dorfgeschichte im 19. Jahrh. (1930).

< >