Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 07-02-2022

DORDTSCHE KIL

betekenis & definitie

De, het water tussen het Eiland van Dordrecht en de Hoeksche Waard, was oorspronkelijk een vrij brede geul in de aangeslibde gronden op de plaats van de vroegere Zuidhollandsche Waard, het Nieuwdiep genaamd; de sterke stroom, die er voortaan door ging, werkte door erosie krachtig tot verdieping van dit water mede en allengs verkreeg het zijn tegenwoordige gedaante en het karakter van een arm van de Maas. Tussen 1579 en 1600 werd zij door de Staten van Holland bevaarbaar gemaakt.

Doordat de Dordtsche Kil aan beide zijden door hoge dijken op korte afstand wordt ingesloten en over het geheel niet door buitendijkse landen begrensd wordt, vertoont zij min of meer het karakter van een kanaal. In het N. lag er een eilandje in, waar zij zich vroeger splitste in twee armen: de Krabbe en het Mallegat; de eerste werd afgedamd, het laatste is blijven bestaan. Door het Krabbe-eiland werd een nieuwe vaargeul gegraven ter verbinding van de mond der nieuwe Dordtse zeehaven met de Oude Maas, die voortaan de zeeweg van Dordrecht naar de Nieuwe Waterweg en Hoek van Holland vormt. De Dordtsche Kil heeft in het N. een breedte van ca 125 m, in het Z. van 250 m; de diepte bedraagt minstens 4,80 m onder middelbaar eb.

< >