(of d’Olhain), of Sint-Winoxbergen, heer van (? 1535 - 17 Juli 1572), is een van de bekendste watergeuzen. Hij was afkomstig uit Vlaanderen en behoorde tot de ijverigste voorbereiders van het Compromis; met anderen stelde hij te Breda het Smeekschrift op en was ook tegenwoordig bij de aanbieding daarvan, waarna hij de hagepreken bij Doornik en Valenciennes bevorderde en bijwoonde.
Meermalen vertegenwoordigde hij het Verbond, woonde de vergaderingen te St Truiden en Duffel bij en steunde Hoorne in zijn maatregelen, die aan de Hervormden te Doornik vrij grote vrijheid gaven. Daarna voegde hij zich bij Brederode in diens revolutionnaire plannen te Antwerpen en versterkte zijn woonplaats St Winoxbergen. In 1567 uitgeweken en door de Bloedraad veroordeeld, beraamde hij in 1568 een inval in Vlaanderen en voegde zich daarna bij de prins, die hem met een zending naar Elizabeth belastte en in wiens opdracht hij in Engeland een oorlogsvloot uitrustte. Als admiraal over de geuzenvloot heeft hij vele aanslagen gedaan, is tweemaal gevangen genomen, maar bleek geen verstand van zeezaken te hebben en zijn ruwheid maakte hem overal gehaat. Hij slaagde er niet in de Geuzen aan enige tucht te gewennen, terwijl de buit in het geheel niet aan Oranje werd afgedragen. Daarom werd hij in 1570 ontslagen, waarna hij naar Frankrijk ging om met de Hugenoten onder Genlis in 1572 terug te keren; bij diens poging om Lodewijk van Nassau in Bergen te ontzetten, sneuvelde hij.Lit.: Nieuw Ned. Biogr. Woordenboek, VI, 102; J. C. M. Warnsinck, Adriaen van Bergues, heer van D., admiraal der Watergeuzen, 1568 (in: Gedenkb. Willem v. Oranje, Haarlem 1933, Herdr. in: Van vlootvoogden en zeeslagen, Amsterdam 1940).