Nederlands koloniaal handelsman (Amsterdam 2 Dec. 1777 - 19 Oct. 1835), vertrok in 1796 als onderkoopman naar Indië, waar hij benoemd werd tot „Dispensier en Scriba te Japan”. Van Batavia vertrok hij naar Japan, waar hij op het eiland Deshima een leven van 18-jarige afzondering tegemoet ging.
Na zijn aankomst bleken de zaken van de Compagnie in grote wanorde te verkeren. Toen het door Batavia uitgezonden opperhoofd Wardenaar in 1800 op Deshima arriveerde, had Doeff orde weten te scheppen in de verwarde staat van zaken en werd hij op voordracht van Wardenaar aangesteld tot „Pakhuismeester te Japan”. Het laatste Hollandse koloniale schip dat op 28 Juli 1809 voor Deshima arriveerde, de Goede Trouw, bracht de pakhuismeester Jan Cock Blomhoff aan. Sedertdien was het eiland buiten elke verbinding met Java en was Doeff geroepen de Nederlandse belangen in Japan te behartigen, hetgeen hij met zoveel moed, beleid en trouw deed, dat hij een ereplaats in de Nederlandse geschiedboeken verwierf. Daarbij was hij voor de Japanse autoriteiten een eerlijk, geduldig en standvastig raadsman. Toen in het jaar 1813 de Engelse schepen Charlotte en Mary met de Nederlandse vlag in top de baai van Nagasaki binnenvielen, verzette Doeff zich hardnekkig tegen de voorstellen van Wardenaar en Ainsley om de driekleur door de Union Jack te doen vervangen, waardoor de Nederlandse vlag gedurende de gehele periode der Franse overheersing op Deshima bleef waaien.Toen de Japanse autoriteiten aan de tolken van Nagasaki opdracht gaven om naast het Nederlands zich toe te leggen op de Russische en Engelse taal, nam Doeff het onderricht in de Russische taal voor zijn rekening. Tevens verzorgde hij de samenstelling van een Nederlands-Japans woordenboek. Bovendien legde Doeff zich met zulk een ijver op de Japanse taal toe, dat hij korte Japanse gedichten (Haiku) kon schrijven. Nadat in 1817 de verbinding met Java hersteld was, werd hij als opperhoofd van Deshima door Cock Blomhoff vervangen en vertrok naar Java. Gedurende zijn verblijf te Batavia huwde hij met een Europese vrouw, met wie hij de reis naar Europa aanvaardde aan boord van het oorlogsschip de Admiraal Evertsen, dat in de nabijheid van Diego Garcia verging, waardoor Doeff zijn jonge echtgenote verloor. In Oct. 1819 kwam hij behouden in het vaderland aan.
Bibl.: H. Doeff, Herinneringen uit Japan (Haarlem 1833).
Lit.: C. C. Krieger, H. D. in: Cultureel Indië, 1ste jg. 1939.