in Nederland iemand, door de minister van Justitie aangesteld om bij een van de gerechten, gen. in de wet van 30 Dec. 1947, Stbl. H 430, werkzaam te zijn tot de vervulling van een taak, die nader is omschreven in art. 7 van het deurwaardersreglement, vastgesteld bij K.B. van 23 Nov. 1934, Stbl. no 598, en gewijzigd bij K.B. van 25 Febr. 1937, Stbl. no 241, binnen het arrondissement, waarin dat gerecht is gelegen.
Die taak bestaat in het doen van gerechtelijke aanzeggingen, bekendmakingen, protesten en verdere exploiten (zie exploit), en in het doen van dagvaardingen, insinuaties en betekeningen, alsmede van exploiten ter uitvoering van rechterlijke bevelen, vonnissen en arresten en van authentieke akten, voor zover die taak niet bij uitsluiting aan anderen is opgedragen. Hij is voorts belast met het doen van dienst ter terechtzitting, bij comparities en bij vergaderingen van de gerechten.Benoembaar tot deurwaarder zijn alleen mannelijke personen van ten minste 23 jaar, die voldaan hebben aan een bepaald examen; wie voor dit examen is geslaagd, bezit de hoedanigheid van candidaat-deurwaarder (art. 4 deurwaardersreglement). De benoeming geschiedt na een rechterlijke aanbeveling (art. 5). Alvorens in dienst te treden legt de deurwaarder een eed af (art. 6).
Er zijn bezoldigde en onbezoldigde deurwaarders; de eersten hebben een bijzondere taak bij de strafrechtspleging. Voor zijn salarissen en verschotten verwijst art. 21 van het deurwaardersreglement de deurwaarder naar „het vastgestelde tarief”; dit staat in de artt. 53 e.v. van het tarief van justitiekosten en salarissen in burgerlijke zaken. Soms moet de deurwaarder kosteloos of tegen verminderd tarief zijn hulp verlenen. De deurwaarder is verplicht zijn medewerking te verlenen, wanneer die ingeroepen wordt; meent hij een verzoek te moeten weigeren, dan beslist de rechter. De minister kan hem een weigering aanzeggen (art. 13 deurwaardersreglement). Hij houdt een repertorium (art. 22). De deurwaarder is ambtenaar in de zin der ambtenarenwet 1929; nochtans zijn niet alle ambtenarenbepalingen op hem van toepassing (artt. 3, 14-20 en 23 deurwaardersreglement). De akte, die de deurwaarder overeenkomstig zijn bevoegdheid opmaakt van een of meer der hem in art. 7 van het deurwaardersreglement opgenoemde verrichtingen, is een authentieke akte (art. 1905 B.W.) en bezit dus de desbetreffende bewijskracht.
Voor, tijdens en na het burgerlijk geding en bij de tenuitvoerlegging van burgerlijke vonnissen en akten speelt de deurwaarder een gewichtige rol in de burgerlijke rechtspleging, die soms een belangrijke parate rechtsvorderingskennis vereist en het vermogen moeilijke beslissingen te nemen.
PROF. MR R. P. CLEVERINGA
Lit.: C. W. Star Busmann, Hoofdstukken van burgerlijke rechtsvordering (uitg. 1948, § 63-63a).
In België zijn de deurwaarders ministeriële ambtenaren, die belast zijn met de betekening van de akten van procedure, met de gedwongen uitvoering van de vonnissen en arresten, alsmede met de dienst bij de terechtzittingen. De organisatie van de deurwaarders is geregeld door het keizerlijk decreet van 13 Juni 1813. Zij worden door de koning benoemd en kunnen insgelijks door hem ontslagen worden. Voor de benoeming wordt een lijst met drie candidaten, met betrekking tot elke openstaande plaats, voorgedragen door de algemene vergadering van het hof van beroep of van de rechtbank waaraan de deurwaarder zal verbonden worden. De candidaat-deurwaarder moet de volgende voorwaarden vervullen: 25 jaar oud zijn; een bewijsschrift kunnen voorleggen van ten minste twee jaar gewerkt te hebben in een studie van notaris, pleitbezorger of deurwaarder, of gedurende 3 jaar op de griffie van een hof van beroep of rechtbank van eerste aanleg; eindelijk ook een bewijsschrift van goed gedrag en zeden, en van bekwaamheid, uitgaande van de tuchtkamer der deurwaarders.
De deurwaarders (en er zijn er bij het Hof van Cassatie, bij de hoven van beroep, de rechtbanken van eerste aanleg, de koophandelsrechtbanken, vredegerechten en werkrechtersraden) worden deurwaarders ter rolle geheten, wanneer ze de inwendige dienst doen, d.i. de dienst ter zitting waarnemen, daartoe aangewezen door de algemene vergadering van het hof of van de rechtbank. In die functie roepen ze de zaken ter rolle op, en voeren de bevelen uit van de voorzitter onder wiens toezicht zij de politie der zittingszaal houden. Zij alleen mogen de betekeningen doen van pleitbezorger tot pleitbezorger, en krijgen een jaarlijkse vergoeding. Zij moeten de voorgeschreven ambtskledij dragen. Voor het overige, zoals gezegd, instrumenteren zij bij dagvaardingen, aanzeggingen, kortom: bij alle betekening van gerechtelijke en buitengerechtelijke akten: en zij verlenen hun ambt bij gedwongen uitvoeringen derzelve. De deurwaarders genieten bovendien van een voorrecht: naast hun gerechtelijke bevoegdheden mogen zij, samen met de notarissen, openbare veilingen van roerende goederen doen. Hun bevoegdheid strekt zich uit over het rechterlijk arrondissement van de rechtsmacht waaraan zij gehecht zijn, en in hetwelke zij verblijven.
De deurwaarders zijn onderworpen aan de disciplinaire contrôle van een tuchtkamer, die per arrondissement bij elke rechtbank van eerste aanleg bestaat, verkozen onder de deurwaarders van dit gebied. Aan het hoofd van de kamer staat een syndicus. Zij staan insgelijks onder het toezicht van het openbaar ministerie, alsook onder dat van de rechtbank van eerste aanleg en van de regering, vertegenwoordigd door de minister van Justitie.
MR W. DELVA
Lit.: Mahieu, Manuel des huissiers des cours et tribunaux (1878); Stevenart, Code professionnel de l’huissier (1919).