Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

DESMOULINS, (Lucie Simplice) Camille (Benoist)

betekenis & definitie

Frans publicist en politicus (Guise, dep. Aisne, 2 Mrt 1760 - geguillotineerd Parijs 5 Apr. 1794), was een schoolkameraad van Robespierre aan het Collège Louis-le-Grand en werd advocaat te Parijs.

Dwepende met de vrijheidshelden van de antieke republieken riep hij 12 Juli 1789 in het Palais Royal de bevolking, die in zenuwachtige opwinding verkeerde over het ontslag van minister Necker, te wapen tegen het hof en waarschuwde haar tegen de dreigende „Bartholomeusnacht der patriotten”. Hij tooide zich als herkenningsteken met een groene cocarde, die enige tijd later, na de bestorming van de Bastille, door een driekleurige vervangen werd. In de volgende jaren ontwikkelde hij zich tot scherp en geestig, echt Parijs-vrolijk politiek journalist en pamfletschrijver. In Juli verscheen van zijn hand La France libre en in Sept. Discours de la lanterneaux Parisiens. Zelfspot toont hij, als hij van het laatste opruiende geschrift zegt, dat hij het mede geschreven heeft, „uit vrees van achteruit te gaan in populariteit”. Van Nov. 1789-1791 gaf hij de Révolutions de France et de Brabant (7 dln) uit, een van de eerste republikeinse kranten in Frankrijk en die door hem zelf „een ware fabriek van revoluties” werd genoemd. In 1790 was hij een van de oprichters der „Club des Cordeliers”. De bestorming van de Tuilerieën op 10 Aug. 1792 bereidde hij mee voor. Na de overwinning werd hij secretaris-generaal onder Danton als minister van Justitie en daarna afgevaardigde van Parijs in de Nationale Conventie. Als zodanig stemde hij voor de dood van Lodewijk XVI en streed met Danton tegen de Girondijnen. In Mei 1793 publiceerde hij een infaam spotschrift Fragment de l’histoire secrète de la Révolution ou Histoire des Brissotins, dat op last van de Jacobijnenclub verspreid werd. Zonder enig bewijs beschuldigde hij Brissot en Gensonné er van in Pruisisch-Engelse soldij te staan. Opposant van nature kon hij zich echter ook niet stil houden tijdens de terreur. Toen de Comité’s het zuiveringswerk van de revolutionnaire milieu’s hadden aangevat en de financiële en politieke corruptie bleek te zijn doorgedrongen zowel aan de rechter- als ook aan de uiterste linkervleugel — de Hébertisten — der Bergpartij liet Desmoulins zich tot werktuig van de „modéré’s” maken en trad in een nieuw tijdschriftje, dat zeven nummers beleefde, Le vieux Cordelier (5 Dec. 1793), briljant en heftig niet alleen tegen Hébert c.s., maar ook — in bedekte vorm — tegen de regering op. In korte tijd was de Cordelier ontzettend populair, vooral bij de bourgeoisie. Er werden grote sommen voor een exemplaar er van betaald. Dit verontrustte vooral de ultra’s in de regering, die eisten, dat, toen Hébert c.s. ten val gekomen waren, ook een aanklacht tegen de Dantonisten zou worden ingediend. Na lichte aarzeling gaf Robespierre toe. Enige dagen na Desmoulins’ dood werd ook zijn jonge vrouw, Lucile Deplessis, terechtgesteld. Zijn Œuvres zijn uitgegeven door J. Claretie (2 dln, 1874).Lit.: Godart, C. D. (1889); V. M. Methly, C. D. (1911); Hilt, C. D., seine politische Gesinnung u. Parteistellung (1915); Arnaud, La vie turbulente de C. D. (1928).

< >