Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

DERMATOZOÖNOSEN

betekenis & definitie

zijn huidziekten, die veroorzaakt worden door dierlijke parasieten, die zich blijvend in de huid nestelen en zich daar vermenigvuldigen. De verwekkers van deze groep huidziekten zijn vooral mijten, soms wormen of protozoën; de beide laatste zijn meer verantwoordelijk voor tropische huidziekten.

Onder epizoönosen verstaat men huidziekten, veroorzaakt door parasieten, die slechts korte tijd op de huid vertoeven, meestal om voedsel op te nemen (vnl. insecten); de ontwikkelingscyclus van deze parasieten speelt zich buiten de huid af.

De voornaamste dermatozoönose in Nederland is de Scabies of Schurft, veroorzaakt door de Scabiesmijt (Acarus of Sarcoptes Scabiei). Deze ziekte, die meestal door intiem contact rechtstreeks van mens op mens wordt overgebracht en die vooral ’s nachts hevige jeuk veroorzaakt, wordt afzonderlijk uitvoeriger besproken.

Huidziekten door mijten op voedingsmiddelen.

Deze mijten kunnen tijdelijk op de mens overgaan en dan jeukende huidaandoeningen verwekken. Dit geschiedt vooral door de kaasmijt of tyroglyphus siro en de meelmijt of tyroglyphus farinae. Deze aandoening komt nogal eens voor bij kruideniers. Men spreekt van Grocer’s itch (the itch = scabies), Gale des épiciers, Kramerkrätze. Ook komt voor Copra itch en furniture itch (door mijten op meubels).

Ixodiosis is een huidziekte door teken, die vnl. in de tropen voorkomt. In Europa ziet men nog wel eens huidafwijkingen door de hondenteek (ixodus ricinus).

Pediculosis

Hieronder verstaat men aandoeningen van de huid, die veroorzaakt worden door de aanwezigheid van luizen. Er komen drie soorten luizen bij de mens voor. Zij worden gewoonlijk genoemd naar de plaatsen waar zij voorkomen, nl. de pediculus capitis of hoofdluis, de pediculus corporis of p.vestimenti, lijfluis of kleerluis, en de pediculus pubis of schaamluis, platluis, ook wel phthirus pubis genaamd. De pediculus corporis is de langste, de pediculus capitis is iets kleiner, terwijl de pediculus pubis de kleinste (1-2 mm) is. Deze laatste is bijna even breed als lang. De luizen leven van het bloed, dat ze uit de huid opzuigen; hierdoor ontstaat jeuk. Door krabben kan dan infectie van de huid ontstaan. De eitjes (neten, ovula) zijn stevig aan het haar bevestigd, alleen die van de kleerluis worden in de zomen van de kleren gedeponeerd, waar de kleerluis zelf ook meestal verblijf houdt.

Luizen kunnen ook bepaalde besmettelijke ziekten overbrengen. Door de hoofdluis ontstaan door het krabben infecties met korstvorming op het behaarde hoofd. De lymphklieren in de omgeving kunnen hierdoor opzwellen. In de nek ziet men vaak een geïnfecteerd eczeem. In ernstige gevallen wordt het hoofd met bloedige korsten bedekt en plakken de haren aaneen tot een onontwarbare massa. Men spreekt dan wel van plica polonica of Poolse vlecht. De kleerluis veroorzaakt huidverschijnselen uit de aard der zaak op de door kleren bedekte gedeelten. In uitgebreide gevallen ontstaat de zgn. „vagebondenhuid”. De gehele huid is dan vuilbruin van kleur. Men trof deze aandoening nogal eens aan bij verwaarloosde vagebonden, die onder de luizen zaten. Door kleerluizen worden verschillende ziekten overgebracht, o.a. vlektyphus. Vandaar de snelle uitbreiding van deze ziekte in de concentratiekampen, waar het wemelde van kleerluizen, zoals dit in Wereldoorlog II ook weer het geval was. De schaamluis treft men bij voorkeur in de schaamharen aan, doch deze komt ook in de okselharen, in de haren van romp en ledematen voor en bij hoge uitzondering zelfs in de wenkbrauwen en oogharen. De besmetting geschiedt meestal bij geslachtsverkeer, maar kan ook indirect door beddegoed e.d. tot stand komen. Door de steek der schaamluis kunnen blauwe vlekken, maculae coeruleae, achterblijven.

Bij slechte hygiënische toestand (oorlog) neemt de pediculosis toe. In DDT-poeder of -oplossing hebben wij thans een krachtig bestrijdingsmiddel. Het middel is giftig bij inwendig gebruik. Er zijn vergiftigingen met dodelijke afloop beschreven van kinderen die DDT-vloeistof opdronken.

Huidverschijnselen door andere insecten.



Vlooien. De mensenvlo (pulex irritans) kan jeukende papels verwekken. Deze vlo kan op honden en katten overgaan, terwijl omgekeerd de hondenvlo (ctenocephalus canis) en de kattenvlo (ctenocephalus felis) soms op de mens overgaat. De rattenvlo (xenopsylla cheopis) is vooral van betekenis vanwege overbrenging van de pest. De zandvlo (pulex of sarcopsylla penetrans) komt in de tropen voor, boort zich vooral in de huid van de voeten, waardoor infectie kan ontstaan.

De wandluis (cimex lectularius) of weegluis (punaise) zuigt ’s nachts meestal op de onbedekte huid bloed, waardoor jeukende rode zwellingen van de huid kunnen ontstaan. Zij verblijven overdag in verborgen, moeilijk toegankelijke hoeken en spleten van oude woningen. In bepaalde streken van Europa (Z.O.-Europa) komen zij zeer veel voor; in West-Europa treft men ze ook wel in oude stadsgedeelten aan.

Verder kunnen steken van muggen (culex), muskieten, bijen, wespen, spinnen, schorpioenen e.d. huidverschijnselen veroorzaken. Ook door contact met rupsen (de haren van de rupsen) kan een huidaandoening ontstaan. Ten slotte kunnen larven van insecten en wormen huidafwijkingen veroorzaken, zoals bij Creeping eruption, ankylostomiasis (mijnwormziekte), filariasis, bilharziosis e.a. Het zijn vnl. tropische ziekten. Ook de huidafwijkingen door protozoën ziet men vnl. bij tropische ziekten (o.a. Leishmaniose).

DR R. KOOIJ

Lit.: W. L. L. Carol, Leerb. d. Huidziekten (2de dr., 1948); G. C. Andrews, Diseases of the Skin (3rd ed. 1946); Oliver Ormsby en Hamilton Montgomery, Diseases of the Skin (1948).

< >