is een lied van 179 achtregelige strofen, dat de jeugddaden van Siegfried verhaalt: zijn drakenstrijd, waarbij hij „hürnen” werd, d.i. zijn huid hard als hoorn werd, en zijn gevecht met de reus Kuperan, waardoor hij de jonkvrouw Kriemhild won. Het lied is ontstaan door samenvoeging van twee liederen, waarvan het eerste (strofe 1-15) eenvoudiger en beknopter van stijl is dan het moderner aandoende tweede (strofe 16-179).
De Hürnen Seyfrid is in drukken sedert 1527 overgeleverd; het lied is echter veel ouder, wat uit toespelingen in andere teksten blijkt, en misschien al in de 13de eeuw ontstaan. Het is in inhoud en stijl onafhankelijk van het Nibelungenlied uit de hoofse riddertijd en berust in zijn kern wel op oude heldenliederen; maar van de heroïsche toon van vroeger is maar weinig over en er heerst een gemoedelijke realistische verhaaltrant. De Hürnen Seyfrid is ook in proza overgezet en als volksboek Vom gehömten Siegfried gedrukt (oudste uitgave 1726); in het Nederlands verscheen reeds in 1641 een bewerking van de Hürnen Seyfrid-stof in het volksboek Genoechlijcke History van den reus Gilias (nieuwe uitg. door Boekenogen, 1903).Bibl.: W. Golther gaf een uitg. van dc „Hümen Seyfrid” met het Volksboek (Neudr. deutscher Lit. werke 81/82, 1911); H. W. J. Kroes, Untersuchungen über das Lied vom Hümen Seyfrid, diss. Groningen (1924).