Vlaams schilder (Antwerpen ca 1540 - Bologna 1619), ontving zijn opleiding te Antwerpen, waar hij ingeschreven was op het werkhuis van Christiaan van Queeckborne. Ca 1562 ging hij naar Italië om er zich als schilder te vestigen.
Te Bologna werkte hij bij Fontana en daarna bij Sabatini. In 1572 werkte hij met Sabatini te Rome o.m. aan de Slag bij Lepanto in het Vaticaan. In 1574-1575 opende hij te Bologna een schilderschool en bleef deze besturen tot aan zijn dood in 1619. Zijn school stond naast die van de Caracci, die eerst in 1582 begon.
De meeste jonge schilders van Bologna, en onder hen de besten als Fr. Albani, Domenichino. Reni, studeerden eerst bij hem, om naderhand de compositie te leren bij de Caracci. Hij bleef trouw aan de Vlaamse schilderwijze: zijn schildering is kleurig, verzorgd, emailachtig.
Als de meeste kunstenaars van zijn tijd, in Noord en Zuid, zocht hij naar een lenige en rijke vorm. Zijn voornaamste zekere werken zijn Het Paradijs in de kerk van de Servieten te Bologna, De Werkzaamheid in de Pinacotheek te Bologna, Martyrium van de H. Catherina (Capitolijns Museum, Rome). Het is verkeerd de invloed van de Italianen in zijn kunst op te sporen; hij volgde wel de nieuwe Italiaanse vormgeving, maar veeleer moet men de invloed van zijn schilderwijze op de Italiaanse kunst onderzoeken.PROF. DR LEO VAN PUYVELDE
Bibl.t Simone Bergmans, D. C. (Bruxelles 1934).