R.K. godgeleerde (Luik 10 Oct. 1819 - Würzburg 19 Juni 1883), studeerde te Würzburg en te Rome (Collegium Germanicum), waar hij in 1844 priester werd gewijd. In 1854 werd hij benoemd tot professor in de dogmatiek aan het seminarie te Würzburg, dat hij te zamen met J.
Hergenröther en Fr. Hettinger tot zeer hoge bloei bracht. Hij verwierf grote bekendheid door zijn Enchiridion Symbolorum et Definitionum, een chronologische verzameling van dogmatische documenten, dat verscheen in 1854 en sedertdien herhaaldelijk opnieuw is uitgegeven en bijgewerkt.Bibl. (beh. de genoemde): De Philonis Philosophia et Schola Judaeorum alexandrina (1840); Über die Echtheit des bisher. Textes der Ignatianischen Briefe (1849); Die spekulative Theologie Günthers (1853); Die Lehre der Unbefleckten Empfängnis (1855); Vier Bücher der religiösen Erkenntniss (1856); Ritus Orientalium, Coptorum, Syrorum et Armenorum in administrandis sacramentis (1863), zeer belangrijk voor de Oosterse Liturgie, Kepha, über die päpstl. Unfehlbarkeit (3de dr. Würzburg 1870).
Lit.: Allg. Dtsche Biogr. XLVII, 663-5.
